Eigenlijk is de titel van dit blog enigszins overtrokken. Want zo erg als dat de titel lijkt te suggereren is het nu ook weer niet. Alhoewel de genoemde kreet wel degelijk op een deel van de onderstaande specimen slaat. Libellen en juffers. Schitterende beestjes. Als zweefvliegtuigen scheren de libellen door de lucht, terwijl de juffers zich heel voorzichtig vlak boven de grond tussen hoog gras, heesters en riet ophouden. Maar vergis u niet in de vraatzucht van met name deze libellen. Want het zijn bij uitstek enorme rovers die alles wat klein is en vliegt in een snelle vlucht uit de lucht kunnen halen. Vooral de wat langzaamvliegende insecten zoals; Muggen, vlinders, wantsen e.d. moeten voor hun leven vrezen als er veel met name - grote libellen - in hun biotoop jagen...
De oeverlibel is zo'n beruchte rover. Ze vliegen meestal in een eigen afgebakende zone van een stuk land. Doorgaans niet al te ver van water, al is dat voor deze libel niet echt noodzakelijk, dan alleen om de eitjes op bepaalde waterplanten af te zetten. Maar je komt deze libellen vanaf begin juni overal tegen. Zelfs soms wel eens in tuinen, open bossen en op heidevlakten.
Deze kleine steenrode libel kan men in allerlei biotopen tegenkomen. Zowel langs oevers van waterwegen als ook gewoon langs een bosrand of op de heide. Het is een levendige libel die de tijd neemt om een indringer binnen zijn habitat eerst eens goed te bekijken. Alvorens opeens zijn schuwheid kwijt te raken en zich meestal wel tot op een meter afstand laat benaderen.
De fraaie libel op de bovenstaande foto is een zogenaamde platbuiklibel. Het is een der eerste soorten die in het voorjaar vliegt. De vrouwtjes blijven bruin gekleurd terwijl de mannentjes na verloop van tijd blauw gaan kleuren. Net als bij de oeverlibellen.
Wie er thans in begin augustus op uit trekt kan met wat geluk bij niet al te zonnig, maar wel warm weer, deze schitterende grote libellen aan takken van een eikenboom zien hangen. Deze soort noemt men paardenbijters. Het zijn enorme rovers. Geen enkel vlindertje, vlieg, of mug is veilig voor deze jagers. Het merkwaardige is, dat ze bij het betreden van hun habitat eerst enige tijd heel snel over je hoofd rondscheren, maar als je gewoon blijft staan gaan ze aan een eikentak hangen en laten zich dan tot op centimeters afstand benaderen. Ze blijven gewoon hangen, ook als de fotograaf zich verplaatst.
Dat zelfde gedrag geldt voor de grote noordseglazenmaker. Eveneens een schitterende grote libellen soort die in de overgang van juli/augustus op sommige plaatsen langs bosranden is waar te nemen.
En laten we vooral de grote keizerlibel niet vergeten. De mannetjes zijn fel blauw, de vrouwtjes groen. Dit zijn wel de grootste insectenmoordenaars in de natuur. Deze relatief grote libellen, schrikken er niet voor terug om zelfs een grote vliegende vlinder in de lucht te verschalken. Als duikende jachtvliegtuigen vallen ze hun fladderrende prooi aan, terwijl ze al vliegende, met hun kaken de prooi gelijk doden.
Dit is een vrouwelijke heidelibel. Een soort die thans in de zomermaanden overal in de Benelux is te spotten. De mannetjes kleuren op de rug rood.
Bloemenweiden, bosranden van open bossen, oevers van waterwegen, ruig terrein met veel brandnetels en wegbermen zijn doorgaans de plekken waar zich die prachtig kleurende waterjuffers ophouden. Het valt nog niet mee om die enorm dunne lijfjes van deze jufers goed op de foto te krijgen. Maar met een aantal foto's is mij dat aardig gelukt.
De groen en goudkleurige houtpantserjuffer is soms maar af en toe waar te nemen. Je moet veel geluk hebben om dat diertje in augustus te spotten. Maar ze zijn er genoeg. Meestal verbergen ze zich tussen gebladerte of brandnetels. En het moet helder, zonnig weer zijn. Anders vliegen ze niet. Dat zelfde geldt overigens voor heel veel soorten insecten.
Het valt zowaar niet mee om de verschillen te ontdekken tussen die blauwe soorten. Daarvoor heb je hulp van een expert nodig, vooral omdat vaak op het oog de verschillen nauwelijk zijn waar te nemen. Maar via een kenner heb ik me laten vertellen dat de juffer op bovenstaande foto een zogenaamde variabele waterjuffer is. Een soort die overal in - met name - Nederland voorkomt.
Deze rode juffer zou volgens mijn raadgever een zogenaamde vuurjuffer zijn. Een heel mooie soort die in het voorjaar als een der eerste soorten is waar te nemen.
Al snel na hun ter wereld komen wordt er door deze insecten aan het behoud van de soort gewerkt. In dit geval door twee zogenaamde watersnuffels.
Dat zelfde geldt voor de twee gewone pantzerjuffers op bovenstaande foto.
Even verder langs de zelfde slootrand zit een schitterende weidebeekjuffer in de zon. Het is een mannetje. De vrouwtjes van deze soort zijn namelijk groen. Dit blijft voor mij toch wel de mooiste juffersoort.
Waar bij de weidebeekjuffer het mannetje waarneembaar is kan men er van op aan dat er ook een vrouwtje ergens tussen het riet verscholen zit. Afgezien van de duidelijk groene kleur en het ontbreken van de donkere brede vlek in de vleugels, heeft de vrouwelijke weidebeekjuffer enkele witte vlekjes op de bovenkant van de vleugels. Ze zijn derhalve goed uit elkaar te houden.
De lucht trekt dicht zie ik. Ik ben de gehele middag in de natuur geweest. Heb er gefotografeerd, gewandeld, over sloten gesprongen en over prikkeldraad geklommen. Dat allemaal om mijn foto's te kunnen schieten. De grond is overal waar ik liep vrij droog. Misschien dat er vandaag een flinke bui gaat vallen. Het zou voor de natuur een zegen zijn.
Reacties (10)
De foto's zijn echt heel mooi.
Vroeger hadden de buren een vijver, maar die hebben ze helaas opgedoekt. Toen had ik regelmatig de grote blauwe oeverlibel hier op het terras - of was het soms de keizerlibel? Mijn toenmalige kater (een abessijn) mepte ze uit de lucht en vrat ze op...
Sinds de vijver weg is heb ik er niet één meer gezien.
Heel mooie foto's!