Op Jamaica is toto (spreek uit: toeto) een traditionele traktatie, die standaard wordt geserveerd op allerlei familiebijeenkomsten, feesten en partijen. Het is tegelijkertijd ook één van de gemakkelijkst te maken (na-) gerechten uit de Jamaicaanse keuken. Niet verwonderlijk, omdat het eiland rijk begroeid is met kokospalmen en kokos zo ongeveer het hoofd- en sleutelingrediënt is van deze cake.
De kokosnoot is het zaad van de kokospalm of klapperboom (Cocos nucifera), die behoort tot de botanische palmenfamilie. De kokospalm gedijt uitstekend in de zon, op zanderige grond en groeit vrijwel uitsluitend in (sub-) tropische gebieden. Vooral in kustgebieden en op tropische eilanden wordt de kokospalm dan ook veel aangetroffen. Kokospalmen kunnen per jaar ongeveer 30 tot wel 125 kokosnoten produceren. Zo’n kokosnoot (in feite geen noot, maar een steenvrucht) weegt gemiddeld 1,5 kilogram. Het duurt circa 6 maanden vòòr de kokosnoot rijp is en dan kan hij zomaar uit de boom vallen. Vers van de palm is de kokosnoot groen en glad aan de buitenkant. In dit omhulsel zit wit vruchtvlees (kokos) en kokoswater; beide zijn eet- dan wel drinkbaar.
Het recept van de Jamaicaanse toto kende een nederig en bescheiden begin. Het ontstond vanuit honger en armoede in de vroegere slavengemeenschappen op het eiland. Op Jamaica werden namelijk ooit grote suikerrietplantages aangeplant en onderhouden op de krachten van vele slaven, die hiervoor vooral in Afrika waren geronseld en naar het Caribische eiland werden gebracht.
Het leven als slaaf was, net als elders, ook in Jamaica bijzonder moeilijk. Het werk was zwaar, de werkdagen lang en het voedsel dat de slaven kregen was meestal onvoldoende, zowel in kwaliteit als in kwantiteit.
Geloof het of niet, maar uit deze bijzonder trieste levensomstandigheden is dus (onder meer) dit recept voor een kokoskoek voortgekomen. In de avonden, als het werk er op zat en de door de plantage-eigenaar verstrekte maaltijd voorbij was, waren de slaven ‘vrij’.
Vele slaven waren echter nog steeds hongerig. Zij zochten dan naar eetbare zaken in de omgeving van hun verblijf. Op deze manier verzamelden zij onder meer kokosnoten uit de omringende bomen. Ook eetbare wortels werden uitgegraven en vervolgens gekookt en/of vermalen tot meel. De kokos en het kokoswater werd vervolgens vermengd met suiker, dat op de plantages uiteraard in overvloed aanwezig was. Het aldus verkregen beslag werd dan in een pan of ketel met deksel boven een kampvuur gebakken. Op het deksel werd nog brandend hout of houtskool gelegd, zodat het baksel aan beide kanten van de pan werd verhit en dus sneller gaar zou zijn. Uit deze stijl van bakken – met vuur aan beide kanten – kwam een nog steeds gevleugeld Jamaicaans gezegde voort, namelijk: “fiyah a tap an fiyah a battam” (“hell on the top and hell on the bottom”, of zoals in een vrije Nederlandse vertaling: tussen twee vuren inzitten).
Ook na de afschaffing van de slavernij (in Jamaica op 1 januari 1834) bleven de voormalige slaven hun eenvoudige versie van de toto trouw. Immers, ze mochten dan wel ‘vrij’ zijn, maar ze waren nog steeds arm en moesten nog op dezelfde manier hard werken om (nu zelf) in hun onderhoud te kunnen voorzien; geld voor luxe ingrediënten of producten had men nog steeds niet en het zou nog geruime tijd duren voor de ergste armoe onder de bevolking werd gelenigd.
Naarmate de Jamaicanen in de loop der tijd wel wat meer geld te besteden hadden en de beschikking kregen over andere ingrediënten (zoals eieren, boter en specerijen), werd het oorspronkelijke recept van de toto aangepast en verrijkt van een stevige koek tot een luchtiger cake. Toen er op een gegeven moment ovens in de keukens kwamen in plaats van het open vuur buiten, werd de toto meer en meer daarin gebakken, simpelweg omdat een oven een beter gerezen versie van de kokoscake gaf. Toch worden er – zeker tijdens traditionele (strand-) feesten – nog steeds wel toto’s op de aloude manier gebakken, met vuur op de top en vuur onder de bodem van de pan of ketel. Al is het maar om (de baksels van) de voorouders uit het slavernijtijdperk in ere te houden.
Verder nodig: een mengkom, een staafmixer of handmixer met garde(n), een grote zeef, een houten lepel of spatel, een cakevorm of bakblik, een invetkwastje, een kleine koekenpan, een fijn rasp.
Verwarm de oven voor op 190 °C
Vet de cakevorm of het bakblik door middel van het invetkwastje in met wat boter en bestuif met wat bloem (of eventueel geraspte kokos, zodat deze ook aan de buitenkant van de toto te vinden is)
Meng eerst de boter met de witte en bruine basterdsuiker in de mengkom met de mixer door elkaar
Voeg dan het vanille-extract en één voor één de eieren toe en mix dit steeds enkele minuten goed door
Voeg vervolgens kaneel, nootmuskaat en zout toe en meng het er goed doorheen
Zeef dan in gedeelten de bloem en het bakpoeder bij het beslag en giet de kokosmelk er in gedeelten bij
Roer alles goed door tot een glad beslag is ontstaan
Schep tot slot de geraspte kokos met de houten lepel of spatel luchtig door het beslag
Giet of schep het beslag vervolgens in de ingevette bakvorm
Bak de toto in ongeveer 40-50 minuten in de oven op 190 °C af , of wanneer de kokoskoek gaar en goudbruin is (controleer door met een satéstokje of breinaald hier en daar in de toto te prikken: komt stokje of naald er droog en dus zonder beslag uit, dan is de kokoskoek gaar.
Laat de toto een aantal minuten op een taartrooster afkoelen, voordat je de cake uit de bakvorm stort
Laat de toto nog verder afkoelen, voordat je hem aansnijdt.
Gebruik in plaats van bloem eens zelfrijzend bakmeel (laat het zakje bakpoeder dan achterwege).
Vervang eventueel een deel van de kokosmelk door gewone (koe-) melk, sojamelk, (koffie-) room of – voor een hele zoete versie – door gecondenseerde melk.
In plaats van witte en/of bruine basterdsuiker kan ook gewone kristalsuiker of rietsuiker worden gebruikt; door de grovere kristallen van deze laatstgenoemde suikersoorten zal de structuur van de cake wat grover worden.
In plaats van het vanille-extract kan ook het merg van een vanillestokje worden gebruikt.
Vervang de specerijen (kaneel en nootmuskaat) eens door stukjes chocola voor een ‘chocolate chip’-versie.
Voeg eventueel nog wat kleine stukjes ananas, banaan, mango of papaja toe aan het beslag.
Voeg eventueel wat gehakte cashewnoten, pinda’s of macademianoten aan het beslag toe.
Serveer een plak van de Jamaicaanse toto als traktatie bij een kop koffie of thee.
Serveer een plak van de Jamaicaanse toto als tussendoortje.
Serveer een plak van de Jamaicaanse toto als nagerecht, met bijvoorbeeld tropisch fruit, vanillevla, vanillesaus, mangosaus of chocoladesaus, een toef slagroom en/of een bolletje ijs.
Enjoy yuh meal oftewel eet smakelijk!
© 2019 Foto's: Asmay, Office.microsoft.com, Pixabay.com.
Nederlandse-keuken-boterkoek-met-walnoten
Nederlandse-keuken-stroopkoek-met-rozijnen
Oostenrijkse-keuken-Karottenkuchen-(wortelkoek)
Plaatkoek-met-appel-en-citroen
Of lees verder via:
https://tallsay.com/asmaysrecepten of
https://asmaysrecepten.wordpress.com/ of
Reacties (7)
Mooi recept ook.
Ik hou van kokos