De winter in Denemarken kan bitter koud zijn; het ligt niet alleen een stuk noordelijker dan de Benelux, maar is ook bijna geheel omringd door water, waardoor het nogal eens te lijden heeft van stormen.
Dat de Denen daarom altijd al een warme winterse maaltijd wisten te waarderen in deze periode, staat buiten kijf.
De Deense keuken vindt haar oorsprong in de stevige maaltijden, die de boerenbevolking op het uitgebreide Deense platteland at. Men maakte (noodgedwongen) gebruik van alle natuurlijke gewassen, die men in het veld kon vinden of zelf kon verbouwen; granen, peulvruchten, kool, uien, wortelgewassen en aardappelen speelden daarin van oudsher een hoofdrol. Wel had men al vanaf de middeleeuwen (wellicht dankzij de handelsroutes van de Vikingen destijds) de beschikking over oosterse specerijen, zoals bijvoorbeeld (zwarte) peper, nootmuskaat, kardemom en kaneel, waardoor de soepen en stoofpotten destijds al goed op smaak konden worden gebracht. Vooral vòòr de Industriële Revolutie, die in Denemarken zo omstreeks 1860 plaatsvond, waren deze boerenmaaltijden voor de gewone bevolking standaard. Daarna veranderde dat echter.
Na 1860 begon de industrialisatie in het land zich steeds meer te laten gelden. Aan de ene kant werd de gewone bevolking iets welvarender, waardoor er ook andere voedingsmiddelen konden worden gekocht. Aan de andere kant kwamen er een groot aantal nieuwe, betaalbare en/of langer houdbare producten uit de (toen) jonge voedingsindustrie. Het ontstaan van melkcoöperaties in deze periode, waarbij melkproducten fabrieksmatig langer houdbaar werden gemaakt, zorgde bijvoorbeeld voor een toename in gebruik. Later kwam de introductie van (betaalbare) houtovens en vleesmolens, waardoor de Denen een heel nieuw scala van gerechten aan hun menu toevoegden. Vooral de vleesmolen (om vlees te malen tot gehakt) zorgde voor vele nieuwe favorieten, zoals bijvoorbeeld frikadeller (gehaktballetjes) of hakkebøf (platte gehaktschijven).
Veel van de oude, traditionele gerechten uit de Deense keuken lijken in de laatste 40-50 jaar te zijn vergeten. Vooral de oude bewerkelijke recepten, of de recepten die een lange bereidingstijd nodig hebben, moesten het afleggen tegen voorgekookte of kant-en-klaar maaltijden, of snel te bereiden recepten elders uit de wereld. Enigszins begrijpelijk, want wie heeft nog tijd om uren aan één gerecht voor het avondeten te besteden, maar tegelijkertijd ook jammer, dat zulke traditionele recepten uiteindelijk verloren zullen gaan.
Eén reeks van de oude recepten wordt in Denemarken echter nog steeds in ere gehouden, en dat zijn de soeprecepten. De Denen kennen van oudsher veel stevige maaltijdsoepen, die (vanzelfsprekend) vooral in de winter populair zijn. Deze soepen kunnen worden bereid van granen, peulvruchten, aardappelen, uien enz., die dan meestal worden gecombineerd met vlees of vis. Traditioneel eet men zo’n maaltijdsoep eigenlijk altijd met (rogge-) brood; een dunnere soep of bouillon wordt vooral als voorgerecht geserveerd.
Perlebygsuppe is één van die vertrouwde soeprecepten uit de Deense traditie. Perlebyg (parelgort) wordt verkregen van gerst; de gerstekorrels worden na de oogst rond geslepen – om de vliesjes van de korrels te verwijderen – waarna ze wat lijken op ronde kraaltjes of parels, vanwaar de naam komt. Aan deze soep kun je in feite allerlei soorten (winter-) groenten, die je maar in huis hebt, toevoegen. Door de parelgort wordt de soep steviger, door de vleesbouillon wordt de soep smakelijker; het resultaat is een heerlijke, verwarmende soep voor een kille dag. Bewerkelijk is de soep eigenlijk alleen maar, omdat je de gort en de groenten eerst apart, in twee kookpannen, bereidt voordat je het geheel van de soep weer in één pan samenbrengt.
Verder nodig: een grote soeppan, een grote kookpan, een schilmesje, eventueel een dunschiller, een champignonborsteltje of keukenpapier, een houten lepel of spatel.
Begin de soep met de bereiding van de rundvleesbouillon: giet het water in de grote soeppan, voeg het vlees, zout en witte peper toe en breng het geheel aan de kook
Laat de bouillon 1-1,5 uur trekken (dit kan eventueel een dag van tevoren worden gedaan)
Verdeel de bouillon in tweeën: één helft blijft in de grote soeppan, maar de andere helft gaat in de grote kookpan
Was de bleekselderij, trek eventuele draden er af en snij de stengels in stukjes
Maak de uien schoon en snij ze grove stukken
Schil de winterpenen en snij ze blokjes
Borstel de kastanjechampignons schoon met het champignonborsteltje of wrijf ze af met keukenpapier en snij ze in vieren
Zet beide pannen met de runderbouillon op het vuur en breng ze aan de kook
Giet de gort in de grote kookpan en laat ze in de runderbouillon gaarkoken in ongeveer 15-20 minuten (of volgens de kookaanwijzing op de verpakking)
Voeg alle gesneden groenten toe aan de bouillon in de grote soeppan en laat ze op middelhoog vuur zachtjes gaarkoken
Wanneer de gort gaar is, kan deze met de runderbouillon bij de groenten in de grote soeppan worden gegoten
Zet het vuur uit en roer met een spatel de crème fraîche door de soep
Garneer de perlebygsuppe met bladselderij of peterselie en serveer direct.
Kies in deze soep eventueel voor (winter-) groenten naar eigen smaak, zoals bijvoorbeeld witte of groene kool, koolrabi, koolraap, aardappel, pastinaak of pompoen.
Kies eens witte champignons of een gemengde (bos-) paddenstoelenmix in plaats van kastanjechampignons.
Neem in plaats van gewone (gele) uien eens rode uien, enkele preien, of een handvol sjalotten.
Voeg eventueel, voor een meer gevulde soep, nog peulvruchten toe (zoals bijvoorbeeld bruine bonen, linzen, doperwten, kapucijners of kikkererwten).
Kook eventueel, voor een meer gevulde soep, een paar in blokjes gesneden aardappelen in de soep mee.
Vervang het rundvlees in de bouillon eventueel door varkensvlees, worst, gehaktballetjes of kip. Deze zullen over het algemeen minder tijd nodig hebben om een smakelijk getrokken bouillon te maken.
Wil je liever een gladde soep dan eentje met stukken groente er in? Pureer de soep dan met een staafmixer voordat je de crème fraîche toevoegt. (Hou eventueel het vlees apart en voeg dit na het pureren weer aan de soep toe als vulling.)
Kies om de perlebygsuppe te garneren voor tuinkruiden die je lekker vindt en in huis hebt, zoals wellicht bieslook, salie, rozemarijn, marjolein, venkel of dragon. Garneer de soep eventueel nog met een paar fijngesneden bosuitjes.
Serveer de perlebygsuppe bij een warme lunch.
Serveer de perlebygsuppe als tussendoortje.
Serveer de perlebygsuppe als voorgerecht bij de warme maaltijd.
Serveer de perlebygsuppe als maaltijdsoep bij de warme maaltijd.
Serveer de perlebygsuppe met (stok-) brood, roggebrood, kaasstengels of hartige muffins.
Nyde dit måltid oftewel eet smakelijk!
© 2019 Foto's: Asmay, Office.microsoft.com, Pixabay.com.
Nederlandse-streekkeuken-gortsoep
Franse-keuken-la-cousina-(kastanjesoep)
Poolse-keuken-kapus-niak-(koolsoep)-van-rode-kool
Spaanse-keuken-sopa-de-garbanzos-(kikkererwtensoep)-met-chorizo
Of lees verder via:
https://tallsay.com/asmaysrecepten of
https://asmaysrecepten.wordpress.com/ of
Reacties (11)
Dit is er weer eentje om op te slaan
Ik wil de artikelen (vooral van onze reizen) op een blog plaatsen en dan niet alleen met een link naar het Tallsay-origineel. Het is de laatste tijd erg stil, zwakjes op tallsay en ik wil voorkomen dat we opeens alles kwijt raken :-)