Dat niet alle recepten, die aan de vrij strikte eisen van de macrobiotische keuken kunnen voldoen, hoeven af te stammen van de Japanse keuken, bewijst dit gerecht met kastanjes maar eens.
Kastanjes en kastanjemeel, hoewel prima natuurlijke producten, werden veel meer gebruikt in Europese keukens dan in de Japanse en het is dan ook logisch dat daar ook de meeste recepten vandaan kwamen.
Oorspronkelijk komt de basis van dit recept voor een kastanjepannenkoek uit Italië en wel uit Toscane. Kastanje en kastanjemeel waren er in vroeger dagen belangrijke ingrediënten in de zogenaamde cucina povera (arme keuken) van de bevolking in de Toscaanse bergdorpen. In de herfst trokken de mensen er massaal de bossen in om onder meer zoveel mogelijk kastanjes te verzamelen. In tijden dat de beurs of de voorraadkast (of beide) leeg raakten, konden de voedzame kastanjes op tal van wijzen worden verwerkt om de magen gevuld te houden. Eén van die kastanjerecepten was die voor kastanjepannenkoeken, die in Toscane necci worden genoemd. Je hebt er in principe niet meer dan kastanjemeel, water, wat zout en olie voor nodig.
Necci worden echter van origine – in tegenstelling tot deze macrobiotische versie – als heel dunne pannenkoeken gebakken in speciale gietijzeren platte pannen, die testi worden genoemd en die rijkelijk met vet (meestal spekvet, maar ook wel schapenvet) zijn ingesmeerd. Zeer waterrijk kastanjemeelbeslag wordt dan in één van de pannen gegoten, die voordien kokend heet is gemaakt. De andere, eveneens hete pan wordt er bovenop gelegd, waarna de necci in enkele minuten op het vuur zeer krokant en gaar worden gebakken.
In de macrobiotische versie wordt de pannenkoek echter op een andere manier gebakken. Doordat we niet beschikken over die speciale pannen (testi), er geen dierlijk vet wordt gebruikt in de macrobiotische keuken en de voorkeur bij het koken uitgaat naar een langzamere verhitting van voedsel dan het bijna gaarschroeien ervan, is er een ander soort pannenkoek ontstaan. Hierbij bevat het beslag minder water dan bij de oorspronkelijke Toscaanse necci en blijft enigzins rul; het resultaat houdt wellicht meer het midden tussen een dun kastanjeplatbrood en een voedzame kastanjepannenkoek. Omdat kastanjes een licht zoete smaak hebben, is ook de pannenkoek van kastanjemeel zoetig te noemen. Serveer er daarom bij voorkeur iets bij, dat fris (zoals de door de citroen aangezuurde soja-cottage cheese) of zoet (zoals bijvoorbeeld een beetje gerstemoutstroop) is.
Echter, je kunt de kastanjepannenkoek ook prima bij een maaltijd eten met fruit, licht zoete groenten, zoals bijvoorbeeld appel, peer, pruimen, pastinaak, winterpeen, pompoen of peulvruchten.
Behalve als voedzaam gerecht bij ontbijt of lunch of als nagerecht, kan de kastanjepannenkoek ook prima worden gegeten in plaats van een graan- of zilvervliesrijstproduct bij de hoofdmaaltijd.
Omdat kastanjes en kastanjemeel zoals gezegd zeer voedzaam zijn, zal 1 of hooguit 2 pannenkoeken per keer voor de meeste mensen voldoende zijn. De hoeveelheid van onderstaande ingrediënten is goed voor ongeveer 4 pannenkoeken. Wil je meer van deze pannenkoeken maken, vermenigvuldig dan de hoeveelheden van de benodigde ingrediënten voor het gewenste aantal pannenkoeken.
Verder nodig: een kookpan, een spatel, een citruspers, een diepe schaal, een grote zeef, kaaslinnen of keukenpapier, een schaaltje.
Garnering: soja-cottage cheese en/of gerstemoutstroop.
Verder nodig: een mengkom, een handgarde, een spatel, een grote lepel (opscheplepel, sauslepel of eventueel soeplepel), een pannenkoekmes, een koekenpan of braadspaan, een groot bord.
Giet de sojamelk in de kookpan en verwarm deze tot net boven handwarmte (mag echter niet koken!)
Pers de citroen(en) uit op de citruspers
Bekleed de grote zeef met kaaslinnen, of – als je dat net als ik niet in huis hebt – met 2-3 laagjes keukenpapier
Zet de zeef boven op de diepe schaal
Draai het vuur onder de sojamelk uit en giet het citroensap er in; door het citroenzuur zal de sojamelk direct gaan splitsen (in principe kun je met natuurlijk zuur als ‘stremsel’ ook de meeste andere soorten melk op deze manier tot een soort cottage cheese verwerken)
Roer alles even door met de spatel en giet de sojamelk vervolgens in de (met keukenpapier) beklede zeef
Laat alles gedurende geruime tijd rustig uitlekken; de ‘wei’ zal met het citroensap in de schaal uitlekken, terwijl de korrelige eiwitbestanddelen van de sojamelk in de zeef achterblijven (deze ‘wei’ kun je overigens later heel goed weer verwerken in bijvoorbeeld brooddeeg)
Als alles goed is uitgelekt, knijp dan heel voorzichtig het keukenpapier (probeer het keukenpapier niet te laten scheuren) met de soja-cottage cheese nog zo veel mogelijk uit; doe het uitgelekte deel – de soja-cottage cheese – in een schaaltje voor later gebruik.
Doe het kastanjemeel met een beetje zout in de mengkom
Giet het water er in een dun straaltje bij, terwijl je het gelijk met een handgarde door het meel klopt
Klop net zolang, tot er een ietwat rul beslag ontstaat (is het beslag te dun, voeg nog wat kastanjemeel toe; is het beslag te dik, voeg nog wat water toe)
Zet de koekenpan op middellaag vuur en giet er een scheutje rijstolie in
Schep met een grote lepel een portie beslag in de koekenpan; omdat het beslag rul blijft, zal het niet gemakkelijk uitlopen – maak de portie daarom met een (natte) spatel wat platter, tot het een beetje de vorm van een pannekoek krijgt
Bak de kastanjepannenkoek in een aantal minuten gaar en krokant en keer hem dan met behulp van een pannenkoekmes of braadspaan voorzichtig om (kan snel scheuren)
Laat ook de andere kant even gaar bakken en laat de kastanjepannenkoek vervolgens op een groot bord glijden
Herhaal het bovenstaande tot het beslag op is.
Gebruik de soja-cottage cheese eens als fris broodbeleg, eventueel met wat fijngesneden groene tuinkruiden er bovenop, zoals bijvoorbeeld bieslook, tijm of salie.
Gebruik de soja-cottage cheese eventueel als een friszure dressing bij een salade of bij een groentegerecht.
Wil je een wat steviger, minder snel scheurende kastanjepannenkoek, voeg dan eventueel een schepje arrowrootpoeder als bindmiddel aan het beslag toe.
Voor een wat uitgesprokener smaak van de kastanjepannenkoek: voeg eens wat vers geraspte gember aan het beslag toe.
Roer eventueel wat fijngehakte noten, zoals bijvoorbeeld walnoten, hazelnoten of amandelen, door het beslag.
Garneer de pannenkoek en/of de soja-cottage cheese desgewenst nog met sesamzaad.
Geef eventueel zelfgemaakte appelmoes of pompoenmoes in plaats van of extra bij de soja-cottage cheese.
Neem in plaats van gerstemoutstroop eventueel (biologische) appelstroop, speltstroop of ahornsiroop voor een zoet beleg van de kastanjepannenkoek.
Serveer de kastanjepannenkoek met soja-cottage cheese bij een macrobiotisch ontbijt.
Serveer de kastanjepannenkoek met soja-cottage cheese als zoet bijgerecht bij een macrobiotische lunch.
Serveer de kastanjepannenkoek of de soja-cottage cheese apart als bijgerechten bij de macrobiotische avondmaaltijd.
Serveer de kastanjepannenkoek met soja-cottage cheese eventueel als nagerecht na een macrobiotische avondmaaltijd.
Eet smakelijk!
© 2018 Foto's: Asmay, Office.microsoft.com, Pixabay.com.
Macrobiotisch-recept-pompoen-spruiten-en-kastanjes-met-linzen
Macrobiotisch-recept-boekweitpannenkoek
Macrobiotisch-recept-cranberry-notenbrood-met-lijnzaad
Macrobiotisch-eten-brood-beleg-en-kruidenmengsels
Of lees verder via:
https://tallsay.com/asmaysrecepten of
https://asmaysrecepten.wordpress.com/ of
Reacties (8)
Je bedoelt natuurlijk de tamme kastanje (Castanea sativa), zoals afgebeeld op foto 3.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kastanje
https://stempher-flevogroen.nl/het-verschil-tussen-tamme-en-wilde-kastanjes-herkennen/
ht...