Mijn buurvrouw heeft kippen, geen specifiek ras. Het is meer een ratjetoe – een aantal mooi glanzende geheel zwarte, een drietal wit/zwart gespikkelde, een dikke roodbruine en wat kleiner grut met veertjes (sokjes) rond hun poten. Ik heb er niet veel verstand van en ben eigenlijk een beetje bang voor kippen.
Voor ze soms een dagje of wat van huis gaat vraagt ze me altijd of ik voor haar kippen kan zorgen. Geen probleem en geen moeite. Omdat ze hooguit maar enkele dagen van huis is hoef ik alleen maar in de ochtend het kippenhok open te doen en de naar buitenscharrelende dames van voer en vers drinkwater te voorzien. Tegen de avond scharrelt het hele spul vanzelf weer naar binnen en hoef ik het hok alleen nog maar te sluiten. Appeltje Eitje!
Afgelopen week ging ze voor het een of ander naar Rotterdam. Ze moest woensdagavond rond 20.00 uur vertrekken, zou die avond nog zelf het hok sluiten en was vrijdag aan het eind van de middag – begin avond weer terug. Prima!
Ik was wat aan de late kant donderdagochtend, het liep al tegen tienen toen ik het deurtje van het kippenhok opentrok. De dames stonden al ongeduldig achter het deurtje te wachten en stormden met veel lawaai naar buiten. Snel vul ik de voerbakjes en strooi nog wat voer los rond en terwijl ze daar zoet mee zijn haal ik twee bakken met vers drinkwater.
De dames zijn rap weer tevreden en de eerste drie scharrelen op hun gemak richting boomgaard.
Ik kijk nog even naar de anderen, spreek enkele dominanten, naar soortgenoten pikkende kippen vermanend toe en wordt dan opgeschrikt door een paniekerig gekakel vanuit de boomgaard. Als ik me omdraai zie ik een roodbruine schicht tussen de bomen schieten. Mijn hart slaat over...verdomme een vos!
Schreeuwend ren ik er heen en ontwijk twee kippen die in volle paniek terug de tuin richting hok in vluchten. Helaas blijkt de derde de pineut! Een flinke hoop veren bij de picknicktafel is alles wat ik terugvind. Vos en kip zijn in geen velden of wegen meer te bekennen.
De kippen allemaal direct weer veilig in het hok opbergen gaat niet lukken, ze scharrelen inmiddels alle kanten op en gaan pas zelf tegen de avond weer in het hok op stok. Laten lopen dus en hopen dat de vos zich die dag niet meer laat zien. Tegen 20.30 uur zijn ze goddank allemaal, minus het ene slachtoffer, binnen.
Voor ik het hok sluit zet ik binnen voldoende voer en vers drinkwater neer voor de volgende dag, want ze de volgende ochtend vrij laten durf ik niet meer. En dat is maar goed ook, want daags erna hoor ik dat er verderop in het dorpje bij iemand inmiddels acht kippen zijn verdwenen.
Hoe lang de kippen van de buurvrouw niet meer lekker vrij rond kunnen scharrelen (ze houdt ze nu binnen als ze naar haar werk is en wanneer ze thuis is laat ze hen enkel in een speciaal afgerasterd stukje tuin dicht hij het huis los) weet ik niet.
Vossen hebben rond deze tijd van het jaar halfwas jongen en zijn daarom zo fanatiek op zoek naar voedsel, heb ik me laten vertellen. Zolang er wat te halen valt blijven ze langskomen en ook als er niets meer te halen valt – zoals nu; een ieder met kippen houdt ze nu ook overdag achter slot of dicht bij huis – schijnen ze toch ook nog een tijdje met enige regelmaat hun vroegere succesadresjes te checken. Je weet immers maar nooit!
Wanneer kun je het weer wagen om je kippen overdag de volledige vrijheid te geven? Over deze vraag hoef ik me niet druk te maken, want ik heb zelf geen kippen. Ik hoop wel dat het binnenkort weer kan, want ik mis dat gezellige gescharrel van andermans kippen wel.
Reacties (25)
Jammer voor de kip maar zo is de natuur nu eenmaal - eten of gegeten worden... ik ben benieuwd wanneer buurvrouw met een gerust hart de kippen weer zal laten rondstruinen.