Konijnen zijn herbivoren; dat wil zeggen, dat zij louter plantaardig voedsel tot zich nemen. (Dit in tegenstelling tot veel knaagdieren, die ook wel wormen en insecten in hun eetpatroon opnemen.)
Nu zijn er diverse soorten konijnenvoeders te koop (van vers groenvoer en hooi tot en met kant-en-klare konijnenvoeders), die elk hun eigen voor- en nadelen hebben.
Vaak worden konijnen gevoerd met groenvoer samen met hooi. Geschikt VERS groenvoer voor konijnen zijn onder meer: wortelen, andijvie, boerenkool, radijsblad, appel, peer, paardenbloemen, weegbree, dovenetel, kruiden (zoals peterselie en tijm) en takjes (met blad) van fruitbomen en wilgen.
Echter, een konijn kan over het algemeen niet goed tegen al te vochtrijk voedsel, waarbij dit vooral geldt voor jonge konijnen. Kleintjes, jonger dan 3-4 maanden kunnen er zelfs aan overlijden. Sla, kool, bonen, voederbieten, klaver of lentegras zullen het konijn zwaar op de maag liggen en voor ophoping van darmgassen kunnen zorgen. Groenvoer dat uit de koelkast of diepvries afkomstig is, geeft overigens dezelfde problemen; geef vers groenvoer daarom altijd op kamertemperatuur.
Deze kunnen grofweg worden opgesplitst in:
Muesli of gemengd voer; zoals de naam al aangeeft bestaat dit voer uit verschillende ingrediënten, zoals bijvoorbeeld haver, maïs, tarwe, luzerne, gerst, johannesbrood, saffloerzaad, zonnebloemzaad, zonnebloemolie, calciumcarbonaat (kalk) en sojaolie. Dit type voeding kan echter ook suikers en/of kleurstoffen bevatten. Wel is vrijwel alles wat een gezond konijn nodig heeft aan vitaminen, mineralen en vezels er in verwerkt. Echter, wanneer je een kieskeurig konijn hebt, kan deze besluiten alleen de lekkere dingen uit de muesli of het gemengde voer eten en de rest te laten liggen; het konijn eet dan heel eenzijdig en zal lang niet alles binnenkrijgen wat het nodig heeft.
Biks of geperste brokken; bovengenoemd probleem zul je niet hebben bij het geven van biks of gedroogde geperste brokken. Dit zijn bruine of groene korrels of staafjes, die allemaal dezelfde samenstelling, dezelfde smaak en dezelfde voedingswaarden hebben. Ook hierin zitten vrijwel alle stoffen, die een gezond konijn nodig heeft.
De hoeveelheid voer per dag hangt af van de grootte en de hoeveelheid lichaamsbeweging van het konijn. Drachtige en zogende voedsters hebben meer nodig; een dubbele hoeveelheid voer is hier op zijn plaats.
Daarnaast heeft elk konijn veel behoefte aan ruwe vezels in de vorm van stof- en schimmelvrij hooi. Hooi dient altijd in voldoende mate voor het konijn aanwezig te zijn, zodat het hier naar behoefte van kan eten. Hooi behoort echter NIET op de bodem te liggen (waar het snel zal vervuilen), maar in een ruif.
Naast hooi is ook water onontbeerlijk. Gemiddeld drinkt een konijn circa 1/10 van zijn lichaamsgewicht per dag; konijnen, die op droogvoer leven en zelden vers groenvoer krijgen, hebben overigens nog meer water nodig. Zorg altijd voor voldoende vers water, het liefst in de vorm van een flesje met drinknippel; konijnen willen losse waterbakjes namelijk nogal eens omgooien.
In 2013 en 2014 is er een Brits onderzoek geweest van the Royal (Dick) School of Veterinary Studies in Edinburgh, Schotland, en Burgess Pet Care, Goole, North Humberside, naar de invloed van voeding op de gezondheid van een konijn.
Onderzocht werden 32 dwergkonijnen, die in vier groepen werden onderverdeeld. Voor elke groep werd een verschillend voedingspatroon samengesteld. De verschillende konijnengroepen werden gedurende 18 maanden nauwlettend geobserveerd.
Aan het eind van het onderzoek bleek dat Groep 1 het gezondste was, niet alleen qua gewicht, maar ook qua tandgroei/afslijten van de tanden. Daar vlak achter zat Groep 3, die alleen maar hooi had gekregen.
Groep 2 en Groep 4 bezetten respectievelijk de derde en laatste plaats in het onderzoek; niet alleen hadden de konijnen meer last van overgewicht, maar ook problemen met hun verteringsstelsel en overmatige tandgroei. Muesli of gemengd voer, al dan niet in combinatie met hooi, bleek hier een te rijke en onvoldoende uitgebalanceerde voeding voor de konijnen te zijn geweest.
Konijnen kunnen zowel binnen als buiten in een hok worden gehouden. De dieren dienen echter wel te worden beschermd tegen bepaalde weersomstandigheden. Konijnen zijn weliswaar goed bestand tegen kou, maar niet tegen tocht, nattigheid, te felle zon of vrieskou.
Een buitenhok voor konijnen dient dan ook op een beschutten, windstille en schaduwrijke plek te worden gezet. Daarnaast is het handig om dit buitenhok tijdens een koude winter of een hete zomer naar een onverwarmde koele schuur, garage of bijkeuken te kunnen verhuizen.Plaats een konijn echter nooit vanuit de kou in een warme kamer of andersom; door de te grote overgang in temperatuur zou het dier kunnen overlijden.
Wanneer de konijnen in een schuur worden gehouden, zijn voldoende ventilatie en daglicht bij het hok van groot belang.
Konijnen kunnen ook heel goed binnen worden gehouden. De dieren zijn uitermate schoon op zichzelf en zullen geen onaangename geurtjes verspreiden, mits hun hok natuurlijk wel regelmatig wordt verschoond. Er zijn zelfs konijnen, die hebben geleerd hun behoeften op een kattenbak te doen en dus los in huis kunnen lopen. Dat huis moet dan wel ‘konijnvriendelijk’ zijn gemaakt: dat wil zeggen, dat elektriciteitsdraden en kabels, (giftige) kamerplanten e.d., die je binnenshuis nu eenmaal veel aantreft, buiten het bereik van het konijn moeten zijn.
Er zijn veel verschillende soorten konijnenhokken (voor buiten) en konijnenkooien (voor binnen) te koop. Buitenhokken kunnen kant-en-klaar worden gekocht, maar ook zelf van hout worden gemaakt. Neem dan wel een houtsoort (of MDF) die goed bestand is tegen vocht (zowel tegen regen van buitenaf als urine van binnenuit). Een goed buitenhok voor konijnen moet altijd een stukje van de grond afstaan en goed zijn geïsoleerd. Het dak dient ook een flink stuk over het hok uit te steken, om inregenen te voorkomen en schaduw te bieden tegen felle zon. De betere buitenhokken hebben een apart nachthok, waarin het konijn zich kan terugtrekken; de meeste kant-en-klare hokken hebben dit echter niet en zijn in feite te klein.
Kooien voor binnen zijn grofweg op te splitsen in twee soorten: kooien met een kunststof onderbak en traliewerk, en kooien waarvan zowel de onderbak als de bovenkant van kunststof zijn, vaak met een traliewerk in het deksel. Het voordeel van de eerste soort is, dat ze goed ventileren, maar ze hebben als nadeel dat er regelmatig rommel (houtkrullen, voer, hooi e.d.) naast de kooi zal vallen. Bij een meer gesloten kooi blijft de omgeving schoon, maar moet er wel op worden toegezien, dat de kooi niet te warm staat, omdat de ventilatie rondom stukken minder goed is.
Konijnen, die niet of nauwelijks de kans krijgen om hun poten te strekken op een stukje gras of in huis, dienen een ruime kooi te hebben om toch nog aan een beetje lichaamsbeweging te komen. Een ruime ren naast het hok of de kooi is dan eigenlijk een must. Zo’n ren moet (buiten) ook aan de onderkant met gaas zijn afgesloten; konijnen zijn immers uitstekende gravers en zullen anders snel ontsnappen. Zo’n buitenren mag vanzelfsprekend nooit in de volle zon of op de tocht staan en dient voor een deel overdekt te zijn, zodat het konijn zo nodig kan schuilen voor regen, wind of zon.
Verteld door:
(2018) Foto's: Office.microsoft.com, Pixabay.com, Wikimedia Commons.
Kijk voor andere artikelen en verhalen eventueel ook eens naar:
Konijnen-als-huisdier-in-het-algemeen
Konijnen-als-huisdier-konijnen-wereldwijd
Konijnen-als-huisdier-keuze-en-aanschaf
Knaagdieren-als-huisdier-erfelijkheid-en-fokzuiverheid
Knaagdieren-als-huisdier-kleuren-en-mutaties
Of lees verder op:
https://ziariasblog.wordpress.com/
Reacties (11)