Op 29 oktober 1965 om 12.30 uur werd Mehdi Ben Barka, een welbekend Marokkaans oppositieleider, vlak voor Brasserie Lipp in Parijs ondervraagd door twee Franse politie-agenten. Hij stapte vervolgens op hun aandringen in een auto, die daarop wegreed. Sindsdien is Ben Barka spoorloos. Hij werd nooit meer gezien, zijn lichaam werd nooit meer gevonden. Wat gebeurder er met Ben Barka?
Toen hij werd ontvoerd, was Ben Barka geen onbekende. Hij werd in het begin van de jaren 1960 gezien als één van de bekendste (oppositie-) leiders van de Derde Wereld, die hard werkte om de arme, zogenaamde Derde Wereld- landen te verenigen tot een machtsblok. Alleen verenigd kon men pas, zo stelde Ben Barka, op gelijkere voet onderhandelen met de Eerste Wereld (het rijke westen; Noord-Amerika, Europa, Japan, Australië) of de Tweede Wereld (Communistische landen; Sovjet-Unie en satellietstaten). Vriend en vijand beschouwden hem wel als ‘de Arabische Che Guevara’.
Mehdi Ben Barka werd in januari 1920 geboren in Rabat, Marokko, als zoon van een kruidenier. Marokko was in die tijd nog in de koloniale greep van Frankrijk. Omdat men op termijn goede (Frans) opgeleide Marokkanen aan het bewind van het Franse protectoraat Marokko wilde hebben, openden de machthebbers scholen voor Marokkaanse jongens. Ben Barka viel al snel op; hij was bijzonder intelligent en goed in alle vakken, maar hij had een uitgesproken talent voor wiskunde. Ook bezat hij een uitmuntend organisatietalent. Ben Barka was dan ook een uitstekende leerling en werd één van de weinigen, die een officieel diploma van het Protectorat de la République Française au Maroc ontvingen.
Eenmaal volwassen, werd Ben Barka al snel een kopstuk van de Marokkaanse onafhankelijkheidsbeweging. Zozeer zelfs, dat hij door de Franse autoriteiten een aantal jaren in de woestijn gevangen werd gezet.
In november 1956 maakten Ben Barka en zijn medesympathisanten zich sterk voor de terugkeer van de in 1953 door Frankrijk verbannen Marokkaanse koning Mohammed V, die gold als de vader van de natie. Uiteindelijk gingen de Fransen overstag en de koning mocht in 1957 naar zijn land en functie terugkeren.
Koning Mohammed V was erg op Ben Barka gesteld en liet hem zelfs wiskundeles geven aan zijn zoons (waaronder Moulay El-Hassan, de kroonprins). Daarnaast stelde de koning Ben Barka’s adviezen voor het welzijn van het land zeer op prijs.
Ben Barka begon vol energie aan zijn nieuwe taken. Hij was zo energiek en zo goed georganiseerd, dat zijn bijnaam ‘meneer dynamo’ was. Zijn vermogen om oplossingen te vinden voor de problemen, waarmee hij werd geconfronteerd, verbaasde iedereen. Hij was bijvoorbeeld de drijvende kracht achter de grote wegenprojecten in Marokko, zoals de belangrijke Noord-Zuid-verbinding, om het achterland meer en meer te kunnen ontsluiten. Gedurende die tijd groeide zijn populariteit onder de Marokkanen dan ook enorm.
In 1961 was de dood van koning Mohammed V, wiens protégé hij was, een keerpunt voor Ben Barka. De nieuwe koning Hassan II, zijn oude wiskundeleerling, wantrouwde hem namelijk. Ben Barka droomde van een Marokkaanse monarchie naar Brits model, oftewel een democratie, die werd geleid door een koning. Hij was nimmer tegen het Marokkaanse koningshuis, maar hij wilde wel dat het volk een stem kreeg, die gehoord werd. Ben Barka wilde bijvoorbeeld ook onderwijs voor iedereen. Hoewel hij verder een bescheiden man was, was hij niet vies van macht als hij die kon gebruiken om zijn denkbeelden te verwerven. De nieuwe en nog weinig invloedrijke koning Hassan II vreesde dan ook Ben Barka’s ‘revolutionaire’ ideeën; hij wilde - net als zijn vader - als een absoluut vorst regeren en was niet van plan iets van zijn macht op te geven.
Op 16 november 1962 reed Ben Barka van Rabat naar Casablanca, toen zijn auto werd aangereden door een politiewagen (zo weten we nu). Hij raakte ernstig gewond aan zijn nek. Volgens de Marokkaanse politie was het een gewoon verkeersongeluk geweest, waarnaar dus nooit een onderzoek werd gestart. Toch werd er in de wandelgangen van het ministerie van binnenlandse zaken al snel gesproken over een doelgerichte aanslag op Ben Barka, die geïnitieerd zou zijn door de beruchte generaal Oufkir en zijn assistent, kolonel Dlimi, zonder twijfel in opdracht van koning Hassan II. Later zou een getuige verklaren, dat hij de generaal de chauffeur van de politiewagen had horen uitschelden, omdat “hij de klus had moeten afmaken”.
In 1964 werden Ben Barka’s besprekingen en connecties met vooral buitenlandse revolutionairen, die wellicht ook de Marokkaanse staatsveiligheid zouden hebben kunnen aantasten, de Marokkaanse koning teveel. Hij veroordeelde Ben Barka als opstandeling bij verstek tot de doodstraf. Hoewel hij nu in ballingschap moest leven, bracht het doodsvonnis Ben Barka niet alleen veel publiciteit, maar ook veel ‘goodwill’. De Fransen schilderden hem af als de ‘ambassadeur van de revolutie’, leiders van vrijheidsbewegingen wereldwijd zagen hem als een ware broeder. Er openden zich deuren voor Ben Barka, die voorheen gesloten bleven, invloedrijke revolutionairen wilden ineens met hem praten, terwijl ze hem voordien niet zagen staan.
In het begin van de jaren 1960 ontwikkelde Algiers in Algerije zich tot een belangrijke ontmoetingsplaats voor nationale vrijheidsbewegingen uit landen zoals Mozambique, Angola en Kaapverdië, maar ook voor communistische revolutionairen, zoals Che Guevara. Ben Barka en Che Guevara hadden onmiddellijk een klik; zij zagen elkaar in Algiers en bespraken veel met elkaar over onder meer ‘De Derde Weg’, waarbij de Derde Wereld een eigen koers zou kunnen varen, onafhankelijk van het Westen, het Sovjetblok of het China van Mao. Ze bedachten samen hoe ze de arme landen een stem konden geven, hoe ze de Sovjet-Unie moesten benaderen, hoe ze met Mao’s China moesten praten.
Voor die Derde Weg, zo hadden beiden bedacht, gold de Vietnam-guerillaoorlog als beste voorbeeld. Door in de opkomende en strijdende Derde Wereldlanden verschillende “Vietnams” te scheppen, kon zowel de revolutie als de onafhankelijkheid van de Derde Wereld immers worden uitgebreid, terwijl de verfoeide invloed en inmenging van vooral het westen zou worden teruggedrongen.
De Cubaanse leider Fidel Castro kon zich eveneens goed vinden in dit scenario. Hij nodigde Ben Barka uit naar Havanna te komen en gaf hem daar de opdracht om de revolutionairen van Azië, Afrika en Zuid-Amerika te verenigen. Hiertoe zou een grote conferentie, de Tricontinental, worden gehouden in de Cubaanse hoofdstad Havanna in januari 1966. Ruim 10 jaar na de zogenaamde Bandoeng-conferentie (april 1955) zou het een grote kans zijn voor de Derde Wereldlanden om van zich te laten horen. Van vrijgevochten Marxisten, Sovjet-aanhangers of China-aanhangers tot linkse christenen uit Brazilië, pacifisten uit India en opkomende partijen uit Indonesië zou namelijk iedereen een vertegenwoordiging sturen.
Volgens Ben Barka konden onderdrukte landen, zoals Vietnam, op twee manieren worden geholpen.
(Zie verder in deel 2.)
© 2017 Foto's: Asmay, Office.microsoft.com, Pixabay.com.
Mysterieuze-verdwijning-van-Mehdi-Ben-Barka-(2)-de-samenzwering
Mysterieuze-verdwijning-van-Mehdi-Ben-Barka-(3)-de-hinderlaag
Mysterieuze-verdwijning-van-Mehdi-Ben-Barka-(4)-het-politie-onderzoek
Of lees verder via:
https://asmay.wordpress.com/ of
https://tallsay.com/asmaysrecepten of
https://asmaysrecepten.wordpress.com/
Reacties (9)