Nee, zo mooie eekhoornfoto's al Ktje kan ik u niet tonen: mijn eigen rooie tuinvriend(in) is wat cameraschuw de laatste tijd.
Maar terwijl Ktje op pad ging om een babykitten van een wisse dood te redden zat ik ook met een vreselijk dilemma. Hier bij mij in de vesterbank zat namelijk ineens een jonge kraai.
Bij nader inzien was het geen roek, maar een piepjong kauwtje. Voor een roekenjong was hij te klein, en hij had al de scherpe grijs-zwarte tekening in zijn veren. Wat hij ook had waren de opvallende lichtblauwe ogen waar je kauwen altijd aan kunt herkennen - als je er tenminste dicht genoeg bij kunt komen. Hij had nog wél de bekende gele randjes aan de hoeken van zijn snavel: het kenmerk van alle jonge vogels.
Verkleumd en doodsbang was hij. Ik vermoed dat hij door een windvlaag van het dak gewaaid was, want boven op een van de niet gebruikte schoorstenen zit een nest. Ik hoor ook regelmatig kauwen op het dak roepen: veel melodieuzer dan roeken, kraaien, eksters of gaaien. Soms blaffen ze ook als honden.
Dat mijn roeken, die op een steenworp afstand van het huis hun nesten hebben, dit getolereerd hebben zal er wel aan liggen dat kauwtjes, anders dan gaaien en eksters, niet aan het plunderen van nesten doen. Het zijn zaad- en insecteneters, net als de roeken zelf.
De kater was binnen, dus van hem dreigde geen gevaar. Ik nam dus even de tijd om op het internet te kijken hoe je een jonge kauw kunt verzorgen. Daar las ik dat je vooral de ouders van het jong de kans moet geven om hun verdwaalde spruit weer op te halen.
Ik heb dus om te beginnen de kater opgehokt en ging eerst voorzichtig foto's maken, van buiten en van binnen. Het beestje bleef rustig zitten maar hield mij wel scherp in de gaten. Geen ouders te bekennen.
en van binnen
Toen leek het mij tijd voor een plan van aanpak. Gewapend met een net moest ik het beestje kunnen vangen dacht ik. Omdat ik geen kooi heb (ik hou niet van vogels in kooien) haalde ik de kattentransportmand van de zoldertrap. Nat kattenvoer zou voor deze alleseter perfect zijn, en daarvan heb ik uiteraard genoeg in huis. Het plan was om hem binnen even op te laten warmen, hem proberen te voeren en hem vervolgens door één van de zolderramen in de dakgoot te zetten, zo dicht mogelijk bij de bewuste schoorsteen. Daar was hij in elk geval veilig voor buurtkatten en andere kleine roofdieren. Maar het kwam toch anders.
Mijn reddingspogingen bleken overbodig te zijn. Toen ik met het net en de kattenmand om de hoek kwam sluipen bleek het beestje ineens uit de vensterbank verdwenen te zijn. In een eik vlakbij het raam hoorde ik een aantal kauwen opgewonden 'blaffen'. En ja, op één van de lagere takken zat de weggelopen puber, omgeven door zijn kennelijk opgeluchte familie. Ze hadden hem gevonden.
Gelukkig maar. Die kunnen hem beter verzorgen dan ik.
Nu hoop ik dat hij niet wéér alleen op pad gaat. It's a bad, bad world out there, zou Donald Trump zeggen.
Reacties (9)
Het was dus niet alleen hier.
De kitten heeft trouwens een goeie nacht achter de rug - nu is het kwestie van aansterken. Triest dat de route die ik met de honden wandel ook gebruikt wordt om dieren te dumpen blijkbaar...