Modehuis Lanvin bestaat in 2014 precies 125 jaar. Op zich misschien niets bijzonders, ware het niet dat het daarmee het oudste, nog actieve modehuis van Frankrijk, van Europa en misschien wel van de wereld is.
Het begon allemaal met Jeanne Lanvin. Zij werd in Parijs geboren op 1 januari 1867 en was de oudste van 11 kinderen in een arm gezin. Jeanne werd dus al jong uit werken gestuurd; op haar 13e kreeg zij een baantje als boodschappenmeisje bij naaiatelier en winkel Huis Talbot, waar zij kennismaakte met de bewerking van veel verschillende soorten stoffen. Drie jaar later verwierf zij een baantje als hoedenmaakster in de in gegoede kringen gewaardeerde salon van Madame Félix.
Links: Jeanne Lanvin in 1915.
Toch waren hoedenmaakster, naaister, verstelnaaister, modiste beroepen, die in die tijd slecht werden betaald en als laag en minderwaardig werden beschouwd. Niet zelden werden naaiateliermeisjes over één kam geschoren met animeermeisjes en prostituees. Jeanne had echter grotere ambities dan korte affaires met heren uit de hogere klassen van de samenleving. Zij was leergierig, had een eigen smaak en een eigen gevoel voor stijl. In de salon van madame Félix leerde Jeanne ook japonnen, rokken en blouses maken en het duurde niet lang voor zij haar eigen creaties begon te ontwerpen. In 1889 opende zij, pas 22 jaar oud, haar eigen modehuis aan de rue du Fabourg Saint-Honoré in Parijs. Vandaag de dag zijn de Lanvin-winkels en –ateliers er nog steeds gevestigd.
Aanvankelijk vielen de creaties van Jeanne (eerst vooral hoeden, later ook japonnen) niet op. Zij verwierf een vaste klantenkring en kon het hoofd goed boven water houden. In 1895 huwde zij een Italiaanse baron, Emilio di Pietro, van wie zij in 1897 een dochter kreeg: Marguérite Marie-Blanche. De bloem 'marguérite' (oftewel margriet of madeliefje) zou een steeds terugkerend thema in Jeannes latere ontwerpen blijven. Hoewel haar huwelijk niet succesvol was (zij scheidde in 1903 van de Italiaanse baron, maar trouwde in 1907 met de Franse journalist Xavier Melet, die later de Franse consul in Groot-Brittannië werd), was Jeanne wel een toegewijde moeder. Zij was dol op haar dochter en ontwierp een hele reeks jurkjes en pakjes voor haar.
De jurkjes van Marguérite vielen op. Al snel wilden andere klanten ook zulke ontwerpen voor hun dochters – en niet veel later ook voor zichzelf. Vanaf 1908 stortte Jeanne zich in het ontwikkelen van een kinderkledinglijn. In 1909 volgden ontwerpen voor een vrouwenkledinglijn. Business was booming! Uit deze tijd stamt ook het logo van modehuis Lanvin (dat later verder werd gestileerd door Armand-Albert Rateau): een moeder en een dochtertje.
In 1909 schreef Jeanne zich als ontwerpster in bij de Chambre Syndicale de la Couture, waarna voor het eerst enkele van haar ontwerpen ook werden getoond in het modeblad Vogue. In 1915 toonde zij zelfs een aantal van haar creaties op de Wereldtentoonstelling in San Francisco, de Verenigde Staten, waarmee zij haar naam, merk en modehuis op de kaart zette.
In 1920 volgde de uitbreiding van Lanvin naar interieurontwerp. Jeanne opende daarvoor Lanvin Décoration op nummer15 rue du Fabourg Saint-Honoré en stelde de bekende ontwerper Armand-Albert Rateau aan als hoofd.
In 1923 richtte Jeanne zich op het ontwerpen van zachte, soepel vallende lingerie. Ook ontwikkelde zij een eigen lijn in sport- en badkleding. Om de kwaliteit en kleur van de specifieke zachte tinten, die zij in haar ontwerpen gebruikte, te garanderen, werd een eigen verffabriek geopend in Nanterre. Een specifieke 'Lanvin-kleur' is de tint blauw, die in Nederland al snel wordt geassocieerd met de enveloppen van de Belastingdienst, maar die in de Lanvin-collecties regelmatig terug te vinden is.
Vanaf 1924 richtte Jeanne haar pijlen op de parfumerie en opende een nieuwe afdeling, Lanvin Parfums, waarvan de getalenteerde André Fraysse aan het hoofd stond. Eén van haar eerste parfums, met de Engelse naam My Sin, werd vooral in de Verenigde Staten een hit. Echter, in 1927 kwam de bekendste geur uit de Lanvin-koker op de markt ter ere van Marguérites 30e verjaardag en werd wereldberoemd: Arpège. Later volgden vele andere populaire geuren, waaronder Scandal , Rumeur en Eau de Lanvin.
Rechts: er is tegenwoordig ook een Arpège voor mannen.
Vanaf 1926 ontwierp Jeanne ook mannenkleding. Zij was daarmee de eerste couturière, die kleding ontwierp voor zowel vrouwen als mannen. Beide modelijnen worden tot op de dag van vandaag voortgezet.
Met het openen van nieuwe winkels in binnen- en buitenland en het bestrijken van veel verschillende modeterreinen bleek Jeanne een uitermate succesvolle ontwerpster en zakenvrouw te zijn. Dat bleef zij tot haar dood op 6 juli 1946.
Hoewel Jeanne niet een uitgesproken eigen modestijl had, zoals bijvoorbeeld Coco Chanel, muntten haar creaties vooral uit door een gevoel voor kunst, stijl en elegantie. Door het gebruik van bepaalde lichte tinten en lichte, bloemachtige versieringen waren haar creaties herkenbaar en geliefd bij een groot publiek.
Ook haar interieurontwerpen waren modern en stijlvol. Het interieur van Jeannes eigen appartement uit het begin van de jaren 1920 was door haar samen met Rateau ontworpen.
Midden jaren 1980 werd het ontmanteld en overgeplaatst naar het Musée des Arts Décoratifs in Parijs, als typisch voorbeeld van de schoonheid en elegantie van het tijdperk.
Na haar moeders dood nam dochter Marguérite het stokje over. Hoewel zij niet een even goede ontwerpster was als haar moeder, wist zij wel het concern succesvol te leiden tot haar eigen dood in 1958. Marguérite had geen kinderen. Na 1958 werd Lanvin nog jaren geleid door een paar neven en nichten uit de Lanvin-familie, maar uiteindelijk, eind jaren 1980, werd het concern verkocht en ging het bestuur en het modeontwerp over in vreemde handen.
Door de wisselende eigenaars, bestuurders en ontwerpers zakte het merk langzaam maar zeker uit de modewereld weg. De naam werd nog vrijwel uitsluitend hooggehouden door de parfums. Tot 2001.
In 2001 komt het modehuis in handen van de vermogende Taiwanese Shaw-Lan Wang, die het concern met veel plezier en uit liefhebberij(?) nieuw leven inblaast. Zij trekt de Israëlische ontwerper Albert Elbaz aan voor de vrouwenmode en geeft hem de vrije hand. Ontwerper Martin Krutzki bekommert zich van 2003-2006 over de mannenmode, maar wordt dan vervangen door de Nederlandse ontwerper Lucas Ossendrijver. Elbaz en Ossendrijver weten het Huis en het merk Lanvin weer op de Parijse modekaart te krijgen, waar het met steeds meer waardering voor de nieuwe collecties wordt bekeken.
Veel aandacht voor of een grootse viering van het jubileum heeft Lanvin niet gepland. Wel zijn er kleine referenties aan het roemruchte verleden. Zo heeft Elbaz een aantal van zijn modellen in zijn wintercollectie 2014 uitgedost met hoeden, iets wat nauwelijks meer op de catwalk wordt gedaan.
Als een knipoog en klein eerbetoon misschien aan de wortels van het modehuis, Jeanne Lanvin de hoedenmaakster.
© 2014 Foto's: Lanvin.com, FashionTelegraph.co.uk, Wikimedia Commons.
Zie ook:
D-bag-van-Tod-s-trendy-en-tijdloos
Denim-en-jeans-de-geschiedenis-van-de-spijkerbroek-ontleed
Denim-en-jeans-de-populariteit-van-een-spijkerbroek
Top-tien-en-verder-van-Nederlandse-topmodellen
Of lees verder via:
https://asmay.wordpress.com/ of
https://tallsay.com/asmaysrecepten of
https://asmaysrecepten.wordpress.com/
Reacties (2)