Al een lange tijd één van mijn favoriete schrijvers is Stephen R. Donaldson. Hij heeft intussen een hele reeks interessante boeken en verhalen geschreven in verschillende genres.
Donaldson schrijft zowel fantasy (magische wereld) als science fiction (SF – technologische wereld), maar kan ook met een spannend detectiveverhaal goed uit de voeten. Een veelzijdig man met een enorme fantasie.
Stephen Reeder Donaldson werd op 13 mei 1947 geboren in Cleveland, Ohio, in de Verenigde Staten. Zijn jeugd (van zijn 3e tot zijn 16e) bracht bij door in India, waar zijn vader werkte als orthopedisch chirurg in onder andere een leprakliniek. Eenmaal terug in de Verenigde Staten voltooide Donaldson in 1968 zijn middelbare school aan het College of Wooster in Ohio. Het was voor de V.S. inmiddels het hoogtepunt van de Vietnam-oorlog. Als gewetensbezwaarde weigerde Donaldson dienst te nemen en moest daarom 2 jaar lang vervangende dienst doen in een ziekenhuis in Akron. Daarna rondde hij in 1971 aan de Kent State University een studie Engels af.
Al vanaf zijn jeugd had Donaldson maar één ambitie: schrijven.
Op jonge leeftijd schreef hij een tweetal verhalen, de één was gebaseerd op de in de V.S. populaire strip 'Thor', de ander was geïnspireerd door "Heart of darkness", een trilogie van Joseph Conrad (1857-1924). Donaldson vond ze beide uiteindelijk maar niets en de verhalen zijn dan ook nooit gepubliceerd.
Hetzelfde gold voor een toneelstuk dat hij schreef tijdens zijn studie aan de Kent State University. Nadat het stuk op de universiteit was uitgevoerd vond Donaldson zelf dat een toekomst als toneelschrijver niet voor hem was weggelegd.
Hoewel Donaldson begon te schrijven met vooral zijn eigen fantasie als leidraad is hij (evenals vele andere fantasy-schrijvers van zijn generatie) sterk beïnvloed door onder andere het werk van J.R.R. Tolkien (1892-1973) en C.S. Lewis (1898-1963). Andere invloeden die Donaldson ook zelf noemt zijn de werken van de Amerikaanse schrijvers Joseph Conrad, Henry James (1843-1916) en William Faulkner (1897-1962). Verder is Donaldson een fan van het werk van SF- en fantasy-schrijver Roger Zelazny (1937-1995) en dan vooral van diens "Amber"-serie. Deze vormde dan ook de inspiratie voor de 2-ledige serie "Mordant's need".
Vanaf 1971 legde Donaldson zich toe op een schrijverscarrière. Om het hoofd in de tussentijd boven water te houden werkte hij hier en daar als leraar Engels, als redacteur of werkte mee aan schrijfcursussen.
In 1977 kwam het eerste deel "Lord Foul's Bane" uit van zijn eerste trilogie "The Chronicles of Thomas Convenant, the Unbeliever". In het jaar er op kwam deel 2 "The Illearth War" en in 1979 waren de kronieken compleet met deel 3 "The Power that Preserves". De boeken waren een doorslaand succes. Zijn eerste boek leverde Donaldson in 1977 al een prijs op: de Best Novel Award van The British Fantasy Society. In 1979 kreeg hij de John W. Campbell Award en de titel 'Beste nieuwe schrijver'.
De tweede trilogie "The Second Chronicles of Thomas Covenant, the Unbeliever" verscheen in respectievelijk 1980, 1982 en 1983. Ook hiervoor ontving Donaldson prijzen: tweemaal de Amerikaanse Balrog Fantasy Award.
De hoofdpersoon Thomas Covenant leeft in onze wereld en lijdt aan lepra. Zijn vrouw en zoontje hebben hem verlaten, het dorp mijdt hem en behandelt hem als een paria. Door een ongelukkige val raakt hij korte tijd bewusteloos. Maar in die bewusteloosheid komt hij terecht in een parallel universum / een magisch land waar de nood hoog is en men hem ziet als de grote held en verlosser. Covenant voelt zich totaal niet op zijn plaats en kan niet zien hoe hij aan de hoog gespannen verwachtingen kan voldoen. Hij moet heel wat waarheden en onwaarheden over zichzelf onder ogen zien en keuzes maken voordat hij weer in zijn eigen tijd en wereld bijkomt. Zijn keuzes hebben echter verregaande consequenties voor het magische land en die zijn lang niet allemaal positief.
Na de twee trilogieën over Thomas Covenant sloeg Donaldson een poosje een andere weg in. Hij schreef diverse artikelen en publicaties, een aantal korte fantasy-verhalen, een korte serie (2 boeken) en een paar boeken in detectivestijl ("The Man Who"–serie) onder het pseudoniem Reed Stephens. Er volgde nog een 5-delige SF-serie, maar uiteindelijk keerde Donaldson terug naar het begin: "The Last Chronicles of Thomas Covenant" waarover hij vier lijvige boeken schreef. Donaldson heeft volgens de laatste berichten nog een vijfde deel in de Axbrewder & Fistoulari detectivereeks ("The Man Who"-serie) op stapel staan.
Donaldson heeft intussen bijna 2 dozijn internationale prijzen en onderscheidingen voor zijn werk gekregen en is gevierd in binnen- en buitenland. Op 2 andere onderscheidingen is hij echter het meest trots: de eervolle Doctorstitel voor Letteren die hij kreeg van de University of St. Andrews in Schotland (2009) en - als fanatiek beoefenaar van martial arts - zijn zwarte band in karate. In zijn boek "The Man who fought alone" die zich afspeelt in de wereld van Oosterse vechtsporten geeft Donaldson blijk zeer veel kennis van zaken op dit gebied te hebben.
Donaldson is een groot liefhebber van opera; zijn "The Gap"-serie zou zelfs zijn geïnspireerd door Richard Wagners grootste operaserie Der Ring des Nibelungen.
(2014) Foto's: Bol.com, Wikimedia Commons.
Zie voor andere artikelen ook:
Terry-Brooks-en-het-epos-van-Shannara
Joseph-R-Lallo-en-The-Book-of-Deacon-serie
Robin-Hobb-en-de-reeks-Realm-of-the-Elderlings-(Het-rijk-van-de-ouderlingen)
of via:
https://robin93artikelen.wordpress.com/
https://robin93artikelen.wordpress.com/star-trek/
Reacties (3)