Smaken zijn uitermate belangrijk bij het samenstellen en genieten van ons voedsel. Smaken zijn tevens van belang voor het in balans houden van de drie dosha’s: vata, pitta en kapha (zie ook: Dhatu’s en dosha’s). Het woord voor smaak in het Sanskriet is rasa. Rasa betekent naast smaak echter ook vreugde, essentie, en omschrijft in feite het geheel van ons lichaam, ons immuunsysteem en de zeven dhatu’s.
In de traditionele Indiase voedingsleer worden zes verschillende smaken onderscheiden, die elk weer worden beheerst door twee elementen.
Alle zes smaken dienen in de voeding aanwezig te zijn om een evenwichtige maaltijd te hebben. Volgens de Ayurveda hebben de smaken allemaal een verschillend effect op lichaam en geest.
De beste smaken voor een bepaalde constitutie zijn het, die tegenwicht bieden aan de eigenschappen van die constitutie. Het juiste voedingspatroon om een bepaalde constitutie of dosha in balans te houden, is dan ook om deze te verlagen. Wanneer je bijvoorbeeld een Vata-constitutie hebt, zal het beste voedsel voor je Vata-verlagend zijn; anders zouden de eigenschappen van je constitutie alleen maar verder worden versterkt.
De Indiase voedingsleer kent uitgebreide lijsten van voedingsmiddelen, waarop staat aangegeven bij het gebruik van wat welke dosha wordt verhoogd of verlaagd. Bepaalde soorten fruit zijn bijvoorbeeld Vata-verlagend, maar kunnen tegelijkertijd Kapha-verhogend zijn. Lastig wordt het, wanneer je een zogenaamde mengvorm-constitutie van twee of misschien zelfs drie dosha’s hebt. Dan zijn deze lijsten moeilijk en verwarrend om mee te werken. Je zou dan precies de voedingsmiddelen moeten uitzoeken die bij allebei of alle drie de dosha’s past, hetgeen over het algemeen weinig keus zal bieden. In de praktijk blijkt overigens, dat het niet alleen gaat om wàt je eet, maar ook in welk seizoen, in welke situatie, op welk tijdstip en in welke omgeving.
Zo behoor je in het koele en vochtige Nederland of België in de winter eigenlijk geen citrusfruit te eten, omdat dit in het lichaam zorgt voor een reactie van kou en slijm. Citrusfruit is namelijk alleen geschikt voor de warmte van bijvoorbeeld de (sub-) tropen, omdat het daar verkoelend werkt. Als het koel en vochtig is, zegt de Indiase voedingsleer dat je juist voedsel moet kiezen, dat daar tegenovergesteld aan is om de balans te bewaren. In het geval van een winters nat en koud Nederland en België zou dat dan warm en droog voedsel moeten zijn.
Zoet, zuur en zout zijn Vata-verlagende smaken. Scherp, bitter en wrang zijn juist Vata-verhogende smaken, die dus bij dit constitutiemenstype zoveel mogelijk dienen te worden vermeden. Vata is gebaat bij voeding, die warm, vochtig en vet is. Groenten kunnen het beste worden gestoofd of in wat olie worden gebakken. Rauwkost en dan met name rauwe kool is voor een Vata niet geschikt. Zoet is een belangrijke smaak, omdat deze een Vata kan kalmeren. Kleine (bepaald geen grote, in verband met gasvorming) hoeveelheden bonen, linzen en granen zijn van belang voor de plantaardige eiwitten. Kleine hoeveelheden noten en zaden werken echter prima, evenals zoete kruiden en specerijen. Vooral gember, zoethout en venkel staan bekend als Vata-ondersteunend. Echter, lichte snacks zoals popcorn en chips dienen te worden vermeden. Ook koffie, thee en sterke drank zijn Vata-verhogend en worden afgeraden. Een goed ontbijt is voor een Vata belangrijk. Passende gerechten zijn bijvoorbeeld romige graangerechten, stoofpotten en gevulde soepen.
Granen |
Zilvervliesrijst, zoete bruine rijst, basmatirijst, wilde rijst, haver, volkoren granen, volkoren pasta’s |
Peulvruchten |
Met mate in verband met gasvorming; mungbonen, rode linzen |
Groenten |
Naar het seizoen; artisjokken, asperge, bieten, courgette, groene bonen, hete pepers, komkommer, koolraap, okra, olijven, pastinaak, pompoen, radijs, uien, wortel, zoete aardappel |
Vruchten |
Abrikozen, ananas, appel, avocado, banaan, bessen, citroen, (verse) dadels, druiven, grapefruit, kersen, kiwi, kokos, mango, meloen, papaja, perzik, pruimen, rabarber, rozijnen, sinaasappel, (verse) vijgen |
Noten |
Amandelen, cashewnoten, hazelnoten, pecannoten, pijnboompitten, pistachenoten, pompoenpitten, sesamzaad, walnoten, zonnebloempitten |
Dierlijke producten |
Eieren, kip, kalkoen, zoet- en zoutwatervis, garnalen |
Zuivelproducten |
Geitenmelk, koemelk, karnemelk, kwark, zachte en harde kaas, yoghurt, zure room |
Zoetstoffen |
Ahornsiroop, gerstemout, honing, melasse, palmsuiker, rietsuikersap, vruchtensap |
Bijgerechten |
Pickles (bijvoorbeeld citroen of mango), sojasaus, chutney |
Olie |
Mosterdolie, olijfolie, sesamzaadolie |
Kruiden |
Met mate; alle kruiden |
Dranken |
Vruchtensap, groentesap, kruidenthee |
Zoet, bitter en wrang zijn Pitta-verlagende smaken, terwijl zuur, zout en scherp (bijvoorbeeld azijn, yoghurt, zure room, harde kaas) Pitta-verhogend werken.
Voor een Pitta is dan ook voeding geschikt dat koel, droog, zwaar, wrang en zoet is. Een Pitta kan zowel koude als warme voeding eten, maar moet oppassen zich – vooral bij de avondmaaltijd – niet te overeten. De grootste maaltijd zou door een Pitta ’s middags moeten worden gebruikt, omdat het spijsverteringsvuur bij dit type dan het hoogst is. Daarnaast is het voor een Pitta extra belangrijk om rustig en ontspannen aan tafel te zitten.
Scherpe kruiden en heet eten dienen te worden vermeden, omdat deze Pitta-verhogend werken. Goede kruiden voor deze dosha zijn bijvoorbeeld komijn en koriander. Verder is verkoelende thee, zoals pepermunt of venkel, bijzonder geschikt.
Granen |
Gerst, witte basmatirijst, tarwe, volkoren granen en pasta's |
Peulvruchten |
Alle soorten bonen en erwten, maar geen rode of zwarte linzen en geen tempé |
Groenten |
Artisjokken, asperge, bloemkool, broccoli, champignons, courgette, erwten, groene bonen, komkommer, kool, maïs, okra, peterselie, pompoen, sla, witlof, wortel, zoete aardappel, zwarte olijven Geen tomaten, radijs of knoflook |
Vruchten |
Abrikozen, ananas, appel, avocado, bessen, (verse) dadels, druiven, granaatappel, kokos, mango, meloen, peer, pruimen, rozijnen, sinaasappel, (verse) vijgen, watermeloen |
Noten |
Kokosnoot, pompoenpitten, zonnebloempitten |
Dierlijke producten |
Kleine hoeveelheden; witvlees van kip, witvlees van kalkoen, wit van eieren, zoetwatervis |
Zuivelproducten |
Zoutloze boter, kwark, zachte kaas, geitenmelk, koemelk, ghee (geklaarde boter) en –met mate – yoghurt |
Zoetstoffen |
Ahornsiroop, fructose, geconcentreerde vruchtensappen, suikerrietstroop |
Bijgerechten |
Pickles (bijvoorbeeld citroen of mango), sojasaus, chutney |
Olie |
Avocado-olie, kokosolie, olijfolie, sesamzaadolie, sojaolie, walnootolie, zonnebloemolie |
Kruiden |
Dille, geelwortel, komijn, koriander, munt, pepermunt, saffraan, venkel |
Dranken |
Vruchtensap, groentesap, zachte melkproducten, kruidenthee |
Scherp, bitter en wrang zijn Kapha-verlagend, terwijl zoet, zuur en zout deze dosha verhogen. Kapha voelt zich dus het beste bij lichte, droge, scherpe, hete, bittere of wrange voeding. Ook droge, geroosterde granen werken goed bij deze constitutie. Rauwkost en salades kunnen beter met mate worden gebruikt. Gist en producten, waarin gist is verwerkt, kunnen door deze dosha meestal niet zo goed worden verdragen. Een Kapha gedijt het beste met een licht ontbijt van vers vruchtensap of een kleine fruitsalade en kruidenthee. De maaltijden moeten niet te groot zijn en beperkt blijven tot drie per dag, zoveel mogelijk op een vast tijdstip. Met het oog op het cholesterolgehalte (een mogelijk probleem bij deze constitutie) zijn lijnzaadolie en hennepolie de beste keus. Zoetmiddelen, melkproducten, zout en andere vetten dienen met mate te worden gebruikt.
Granen |
Boekweit, gerst, gierst, maïs, basmatirijst, volkoren granen |
Peulvruchten |
Alle soorten bonen, linzen en erwten |
Groenten |
Asperges, bieten, bietengroen, bladgroenten, bloemkool, broccoli, champignons, groene bonen, kliswortel, kool, koolrabi, koolraap, maïs, okra, peer, peterselie, prei, radijs, selderij, sla, spinazie, spruiten, tuinkers, ui, witlof, wortel, zomerpompoen |
Vruchten |
Appel, avocado, bessen, dadels, druiven, granaatappel, kokos, mango, peer, pruimen, rozijnen, sinaasappel, watermeloen N.B. fruit mag niet te zoet of te zuur zijn; gedroogd fruit prima voor in de ochtend of avond |
Noten |
Kokosnoot, pompoenpitten, zonnebloempitten |
Dierlijke producten |
Kleine hoeveelheden; witvlees van kip, roodvlees van kalkoen, eieren en wild |
Zuivelproducten |
Lassi (= 1 deel vetarme yoghurt op 3 of 4 delen warm water, honing, zwarte peper en gember) |
Zoetstoffen |
Honing (circa 1 eetlepel per dag); nooit verwarmen of verhitten! – volgens de Ayurveda wordt de honing dan giftig. |
Bijgerechten |
Zeer matig; pickles (bijvoorbeeld citroen of mango), sojasaus, chutney |
Olie |
Ghee (geklaarde boter), hennepolie, lijnzaadolie, sesamzaadolie, zonnebloemolie |
Kruiden |
Alle kruiden, vooral rode en groene pepers, echter: matig met zout |
Dranken |
Aloë vera-sap, vruchtensap, groentesap, graankoffie, zwarte thee, (scherpe) kruidenthee |
© 2016, foto's: Agn-ayurveda.com, Pixabay.com.
Voor meer artikelen van deze schrijfster, zie bijvoorbeeld:
Traditionele-Indiase-voedingsleer-1-de-Ayurveda
Traditionele-Indiase-voedingsleer-3-Vata-Pitta-en-Kapha-en-het-menstype
Traditionele-indiase-voedingsleer-5-Agni
Traditionele-indiase-voedingsleer-6-verkeerde-voedselcombinaties
Traditionele-indiase-voedingsleer-7-overgewicht
Of lees verder op:
https://tallsay.com/oxalis of via
https://oxalisnatuurlijkewegen.wordpress.com/
Reacties (6)
om alles te onthouden is veel, opslaan is dus de boodschap :-)