In Australië wordt de Bellinger rivierschildpad met uitsterven bedreigd. In zeer korte tijd heeft een mysterieuze ziekte om zich heen geslagen. Wat kan de oorzaak zijn?
In Australië, in de staat New South Wales, stroomt in het noorden de rivier Bellinger. De Bellinger is een rivier van 109 kilometer lang en loopt door twee nationale parken, New England National Park en Bellinger River National Park.
In de Bellinger komt een rivierschildpad voor, die alleen maar daar leeft en nergens anders. De Engelse naam is Bellinger river snapping turtle (Myuchelys georgesi ). Voor zover ik weet heeft het geen Nederlandse naam; laat ik het voor het gemak Bellinger rivierschildpad noemen.
Australië kent drieëntwintig soorten rivierschildpadden die op een na allemaal tot de familie van de Chelidae (slangenhalsschildpadden) behoren, een familie die alleen te vinden is in Zuid-Amerika en Australazië. Kenmerkend voor Chelidae is de langere nek en het feit dat ze bij gevaar niet nek en kop intrekken, zoals de meeste waterschildpadden en landschildpadden doen, maar de nek ofwel linksom, ofwel rechtsom onder het schild plaatsen. Dat werkt ook prima als bescherming.
De Bellinger rivierschildpad is omnivoor en voedt zich met planten en insecten en andere kleine diertjes die in de Bellinger leven. Ze hebben de voorkeur voor de bovenloop van de rivier, waar het hele jaar door water is dat redelijk tot snel stroomt en zuurstofrijk is. Naast ademen met hun longen nemen ze ook zuurstof op via hun cloaca, het orgaan dat dienst doet als geslachtsopening en uitscheidingskanaal.
De Bellinger rivierschildpad is een onopvallende soort en pas in 1997 wetenschappelijk beschreven. Het duurde tot 2010 voordat het zijn huidige soortsnaam Myuchelys georgesi kreeg. En nu, medio 2015, zijn ze met uitsterven bedreigd.
Volgens The International Union for Conservation of Nature (IUCN) is ongeveer 62% van alle soorten waterschildpadden met uitsterven bedreigd. De bedreigingen komen uit verschillende hoeken.
Uiteraard zijn er de doodnormale natuurlijke oorzaken zoals die al vele millennia gelden. Denk bijvoorbeeld aan periodes van droogte en daarmee samengaande voedselschaarste. Denk aan een uitbraak van een soortspecifieke ziekte. Denk aan roofdieren. Normaal zal een gezonde populatie altijd een balans laten zien tussen aanwas van nakomelingen en sterfte. Roofdieren bijvoorbeeld, kunnen het gemunt hebben op de eieren, de kwetsbare jonge schildpadden en – maar dan moeten ze van goeden huize komen – de beter beschermde volwassen exemplaren. Als er maar elke generatie voldoende vruchtbare volwassen exemplaren overblijven, is er niet veel aan de hand en kan een diersoort wel een stootje hebben. Helaas is voor veel soorten de balans inmiddels verstoord, indirect of direct door toedoen van de mens.
Denk hierbij aan:
Zeker in New South Wales is de bedreiging door vossen en varkens, voor Australische begrippen ‘exotische’ dieren, een ernstige. Er zijn gevallen bekend dat 90% van alle eieren geroofd worden.
Eigenlijk ging het helemaal niet zo slecht met de Bellinger rivierschildpad. In hun kleine habitat floreerden ze en voelden ze zich thuis. De populatie was gewoon in balans. Tot op enkele maanden geleden.
In februari 2015 vonden kanovaarders een aantal dode schildpadden. Zij waarschuwden de autoriteiten, die in actie kwamen. Tot hun verbijstering nam de schildpadsterfte enorm toe. In zeer korte tijd vonden ze meer dan vierhonderd dode schildpadden en berekenden ze dat tegen de negentig procent van de populatie dood was.
Wetenschappers van de University of Western Sydney zijn letterlijk de rivier in gedoken om zeventien exemplaren te redden. Deze kleine groep bevindt zich nu in quarantaine en ze hopen dat ze met deze groep, als de oorzaak van het sterven gevonden is, een basis hebben om de soort weer opnieuw te introduceren in hun leefgebied.
Wat de schildpadden doodt, is nu nog een raadsel. Uiteraard zijn er uitgebreide tests uitgevoerd op de aanwezigheid van vergif, schimmels, bacteriën en virussen, maar de resultaten zijn nog lang niet eenduidig. Het lijkt op een ziekte met nog onbekende oorzaak. De ziekte doodt ze heel snel. Overal in hun lichaam ontstaan laesies, weefselbeschadigingen, met name rond de ogen, wat ze functioneel blind maakt waardoor ze grote moeite hebben met het vinden van voedsel. Het meest alarmerende is de snelheid waarmee dit alles gegaan is en hoe ontzettend snel de natuurlijke populatie ineenstortte. In het gebied komen nog andere schildpadsoorten voor, maar het lijkt er sterk op dat alleen de Bellinger rivierschildpad gevoelig is voor de ziekte. In één klap van florerende diersoort naar een diersoort op de rand van uitsterven. Zo snel kan het gaan.
Op dit moment heeft het de volle aandacht van de wetenschappers aan de universiteit van Western Sydney, Taronga Zoo in Sydney en The Office of Environment and Heritage van New South Wales. Volgens Dr. Ricky Fisher van de universiteit van Western Sydney kan het nog jaren duren voordat echt bekend is wat de oorzaak is. Het voortbestaan van de soort zou wel eens bij die zeventien geredde exemplaren kunnen liggen.
Van alle diersoorten die ooit deze aarde hebben bevolkt, is meer dan 99% uitgestorven. Het is inderdaad de normaalste zaak van de wereld dat een soort opkomt, floreert en uiteindelijk weer ondergaat. Toch is dat besef nog niet zo oud.
Tot in de 18e Eeuw was het idee dat dieren überhaupt konden uitsterven in strijd met wat toen als waarheid werd aangenomen. Het was in strijd met de toenmalige religieuze dogma's, maar langzamerhand, vooral door de ontdekking en interpretatie van fossielen, begon dat dogma te wankelen en gaf het ruimte voor nieuwe interpretaties, die wel strookten met wat gevonden en waargenomen werd.
Tegenwoordig weten we dat uitsterven heel normaal is. Meestal gaat het geleidelijk, soms in korte tijd met hopen tegelijk. Paleontologen onderscheiden een zestal periodes van massaal uitsterven, waarbij de grootste en heftigste periode van uitsterven, die tussen de tijdperken Perm en Trias, zeer ingrijpend was. Zelf wil ik nog een uitgebreid artikel wijden aan het eind van het Krijt-tijdperk, toen de dinosauriërs uitstierven.
Wie streeft naar natuurbehoud, streeft eigenlijk naar een illusie. Natuur is continu in beweging. Wil je het behouden, dan zul je een bepaald tijdstip als norm moeten stellen en alle veranderingen daarna terugdraaien. De vraag is alleen: hoe bepaal je dat en op basis van welke argumenten? En zijn wij bereid alle consequenties daarvan te aanvaarden?
Wie om zich heen kijkt, in de Nederlandse natuur en op ons mooie platteland, beseft waarschijnlijk niet hoeveel er al veranderd is. Zie je aardappelvelden, dan kijk je eigenlijk naar een exoot die in Midden-Amerika thuishoort. Ook de Nederlandse aardbei, ons eigen zomerkoninkje, is afkomstig uit Amerika. De Europese aardbei is echt een andere. Oerhollandse appelbomen zijn een contradictio in terminis: de appel komt uit de bergen van Kazachstan. De tulp is Turks, de huiskat komt uit Noord-Afrika, de zwarte rat uit Azië en zo kan ik nog uren doorgaan.
In Australië kan je rustig stellen dat het konijn, de vos en het varken er niet oorspronkelijk thuishoren. Ook de naam van de oorspronkelijke bewoners van Australië, de Aboriginals, is een contradictio in terminis. Ook zij zijn exoot, net als de hond die zij meenamen, die zich ontwikkelde tot het Australische toproofdier, de dingo en onder meer de Tasmaanse wolf van het vasteland wegconcurreerde.
De wereld is in beweging en continu aan het veranderen. Mensen hebben op dit moment de grootste impact op die veranderingen, niet alleen door onze manier van leven, waarbij wij de omgeving om ons herscheppen naar eigen inzicht. Ook en vooral door onze enorme aantallen, waarbij er totaal geen sprake meer is van een natuurlijke balans. Bovenop de natuurlijke oorzaken voor uitsterven, die er altijd al waren, heeft de mens haar eigen 'repertoire' toegevoegd. En dat repertoire is alarmerend effectief.
Elke soort heeft drie basale keuzes waarmee het op veranderingen reageert. Uiteraard zijn het geen bewuste keuzes: Aanpassen, Wegwezen of Uitsterven. Overal in de natuur zie je deze strategieën terugkomen. Op welk werelddeel je ook kijkt en in welk tijdperk. De levende wereld is een gigantisch web van ecosystemen en elk ecosysteem een gigantisch web van soorten die van elkaar afhankelijk zijn. Het zijn hele flexibele webben met een enorme veerkracht. Maar net zoals geldt voor elk web, knip teveel dragende draden door en het web wordt zwak en kwetsbaar.
Steeds meer mensen beseffen het belang van biodiversiteit. Het is de kracht van elk web, van elk netwerk. Uitsterven mag dan wel niet te voorkomen zijn, natuurbehoud mag dan wel theoretisch een illusie zijn, maar een streven om biodiversiteit te waarborgen is in het belang van alles dat leeft op onze wereld. Het is in ons eigen belang om een meer ecologisch geïnspireerde leefwijze te adopteren. Wij staan niet buiten het web, wij zijn gewoon een integraal onderdeel. Daarvoor is bewustwording en kennis nodig.
Het maakt mij persoonlijk niet uit waar je je inspiratiebronnen vindt. Haal het uit je geloof als je van mening bent dat God ons het rentmeesterschap over de Aarde heeft gegeven. Daar hoort een verantwoordelijkheid bij en dus moeten de handen uit de mouwen.
Haal het uit je mystieke aanbidding van Moeder Natuur, die voor alles zorgt en in alles voorziet. Negeer maar even dat ze ook een Bitch eerste klas kan zijn, met haar tsunami's, vulkanische uitbarstingen, overstromingen, droogtes, bosbranden en neerpletterende meteoren. In de tussentijd doen wij gewoon wat jij denkt dat zij ons opdraagt.
Haal je inspiratie uit rationele en gevoelsmatige kennis van hoe natuurlijke processen in een ecosysteem precies op detailniveau en in zijn totaliteit werken. Het gaat om het resultaat: een betere en mooiere wereld voor alles wat leeft.
Het behouden van zoveel mogelijk soorten, zeker die door ons toedoen op de rand van uitsterven staan, mag wat mij betreft als morele plicht aanvoelen. Met de daarbij horende verantwoordelijkheid en consequenties.
Misschien dat de korenwolf in Nederland zal uitsterven. Maar in andere streken floreren ze nog en die kunnen we waarborgen. Misschien dat de Bellinger rivierschildpad in het wild zal uitsterven, op die ene plek waar ze voorkomt. In Sydney leven de overlevenden voort. De mens heeft hierin zijn verantwoordelijkheid genomen, ook al staat niet vast of 'wij' wel schuld hebben. Ook al staat niet vast of dit bijna uitsterven wel te voorkomen was. Ze deden het omdat ze het kunnen en omdat ze het waardevol vonden.
Uiteindelijk zal de uiterste consequentie zijn dat wij onszelf, zowel in activiteiten als in aantallen aan leren passen aan wat ecologisch verantwoord is. Ik beweer dat zeven miljard mensen op onze wereld veel te veel is. Met hulp van nieuwe technische middelen denk ik dat 2-3 miljard optimaal is. En anders? Er zal een tijd komen dat het krijgen van meer dan twee kinderen gezien wordt als een asociale daad. Dan zal er een tijd komen dat het voor ons vijf voor twaalf is. We hebben aan de Bellinger rivierschildpad kunnen zien hoe snel zoiets kan gaan. Er is werk aan de winkel.
Update 2020: Inmiddels is vastgesteld dat een virus de boosdoener was. Inmiddels heeft het fokprogramma van Taronga Zoo vruchten afgeworpen. De soort lijkt gered, maar het duurt nog een aantal jaar voordat ze de Bellinger rivier weer kunnen bevolken.
Reacties (20)
Als we met elkaar het er over eens zijn dat alles
wat leeft/groeit/bloeit van belang is, dan zijn we
een heel eind op de goede weg.
Ook al is uitsterven de normaalste zaak Van de wereld..
Verder een mooi en gepassioneerd geschreven artikel. Mijn complimenten.
En ja, dat is bedreigend.
Maar je weet dat ik er net zo over denk.
De 9-11 miljard waar we nu heen dreigen te gaan, is gewoon veel te veel.
Slimme landbouwtechnieken worden ook meer en meer gefrustreerd door tegenwerking van de anti-GMO-lobby, die zich voornamelijk op "gevoel" baseert en niet op feiten.
Ps de gekko uit Spanje , uitgezet in de tuin in Neunen ?????