Na drie dolle dwaze dagen is de vastentijd aangebroken. We moeten nu veertig dagen tot en met Paaszaterdag sober gaan leven. Ik denk dat voor veel mensen niet veel verandert en dan heb ik het met name over mensen die sowieso al sober leven en misschien afhankelijk zijn van de voedselbank. In het nieuws zag ik hoe een voedselbank hier in het zuiden werd leeggeroofd door vrijwilligers, zij hadden de smoes dat die etenswaren over de datum waren. Maar ja, het ging dus over tassen vol en niet over een blik soep. Ik voel me persoonlijk bestolen, want ik sponsor al sinds de oprichting de voedselbank. De vrijwilligers zijn ontslagen, is ook goed zo. Ik kan best begrijpen dat men eens een een blikje soep of een appel mee neemt, daar heb ik ook geen moeite mee.
Nu even terug naar de vastentijd. Op aswoensdag laten gelovigen in de kerk een kruis van as op hun voorhoofd zetten, het zogenaamde askruisje. In het kindertehuis liepen we dus allemaal van jong tot oud met een askruisje. Dit wordt gedaan als uiting van boetevaardigheid. Vandaag de dag wordt alleen nog een klein kruisje gezet. In de vroege middeleeuwen werd het gehele hoofd met as bedekt, daar zie ik dus echt niet de noodzaak van in. U wel? In een plaatsje gelegen aan de duitse grens in de abdij Sint-Benedictusberg beperkt men zich ook tot het klein traditionele askruisje, door de prior gegeven.
Het askruisje
Het is zes uur, vlug uit bed
want we moeten halen het
kruis van as in de kapel
van de kou al kippenvel,
maar het moet, het moet
van de non die heel streng doet
o wee als je niet wilt
dan wordt je levend gevild,
je moet, je moet boete doen
voor al je zonde van toen.
Reacties (8)