Daar staat je dan laat je gedachten gaan, gesprekken van weleer spoken door het hoofd. Je verzucht hè wees eens stil. Laat het eens ophouden, waar zit het knopje dat je het uit kunt zetten? Er is geen knopje alleen afleiding zoeken helpt. Maar soms lukt dat gewoon simpel weg niet en je word meegezogen, meegezogen in je gedachten/gevoelens. Beelden dringen zich aan je op, woorden klinken in je oren, en je bent even terug. Terug naar toen.
“Nou mam, ik had dat niet gedaan. Ik had die kleren niet uitgetrokken.”Ik staar mijn dochter aan er spookt van alles door mijn hoofd heen. Haar woorden, maar ook beelden van weleer dringen zich aan mij op. Even ben ik weer terug, terug in het huis, terug bij de kinderen, de moeder, de vader, en de kerels die foto's maken. Ik ruik de lucht van rook, zie de donkerkamer. Mijn naakte lichaam, voel de aanrakingen, die ik niet meer wil voelen, hoor de stemmen, hoor het gelach. En ruik de geur van ongewassen lichamen. Ik zie de flitsen weer een kiekje klaar. Ja ik werk mee, wat moet ik anders? Van verzet kan geen sprake zijn, want ergens denk ik dat het dan wel pijn gedaan had. Volwassen wilden nu eenmaal hun doel bereiken. Ik ben weer terug en antwoord; Tja jij weet niet hoe het was. Je kunt als kind niets tegen volwassen beginnen. Je luistert gewoon.”
“Toch had ik het niet gedaan.”
Ik kijk mijn dochter bedenkelijk aan zou ze het inderdaad niet gedaan hebben? Ik sluit mijn ogen, mijn God, in Godsnaam haar mag niet het zelfde overkomen. Niet mijn kind. Ik wil er niet eens aan denken. Ik haal mijn schouders op weet niet wat ik verder nog moet zeggen toch verdient ze een antwoord; “Misschien had jij het niet gedaan, dat kan, Maar ik denk dat ik goed gehandeld heb, ik weet niet wat ze gedaan hadden wanneer ik niet meegewerkt had.”
“Mam heb jij er weleens is bij nagedacht, dat wat je zegt over Sheela en zo, dat zich dat gewoon in je hoofd afspeelt, dat je misschien gewoon gek bent?” De woorden blijven tussen ons in hangen, mijn zoon kijkt me benieuwd aan, wat voor antwoord ik hier op zal geven. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht en ik antwoord waarheidsgetrouw; “Ja zeker wel! Wat ik voel en ervaar kan ik met geen mogelijkheid bewijzen. Ik kan het niemand laten zien of horen, want het is van mij. Maar ook al zou ik Gek zijn, ik doe er niemand kwaad mee.” Hiermee is mijn zoon het eens.
Je bent weer terug in het heden de plicht roept, vlug toch nog even wat dingen doen, want het werk verzet zich niet van zelf en bovendien komt er visite straks.
shasja.
Reacties (8)
Ja ze houden wel van mij. en ik van hun. XXXX