Als kind en jong meisje wist ik best weinig , ik had ook bijna geen algemene kennis. In huiselijke kring werd weinig gediscussieerd. Ik weet niet of dit vroeger normaal was of dat het zich alleen in de lagere milieus openbaarde. Als kind speelde ik veel buiten en leerde ook knikkeren, rolschaatsen, hoelahoepelen en centen gooien; je trok een horizontale lijn en daarop verticale lijntjes waar tussen gelijke afstanden, je moest een cent gooien op het snijpunt van de horizontale en verticale lijn , wie de meeste centen op die punten gooide mocht alle centen houden, daar kon je dan snoepjes van kopen of bewaren voor het volgende spelmoment. Ik speelde meestal met jongens en klom in bomen en viel me wel vaker de knieën kapot of een gat in mijn hoofd, een halve jongen dus. Meisjesspeelgoed had ik niet dus ik speelde met wat voorhanden was. Hetgeen ik wist leerde ik op school. Mijn vader verzon altijd verhalen en vertelde die 's avonds voor het slapen gaan. Er waren ook geen boeken om te lezen. Wel de natuur speelde een rol in mijn leven, vangen van vlinders, verzorgen van kippen en konijnen, mee helpen in de tuin.
ER kwam een kentering in mijn leven toen ik in een tehuis werd geplaatst en ik leerde daar ontzetend veel. Van de dagelijkse lichamelijke verzorging, manieren tot educatieve ontwikkeling. Ik leerde dansen op klassieke muziek, ontzettend veel boeken om te lezen, zwemmen, blokfluiten, gitaar spelen, in een koor zingen, dus ook Latijnse liedjes, enz. Ik moet bekennen dat ik deze dingen geweldig vond, het was een ontstijgen aan mijn eigen milieu.Ik kwam vanaf mijn tiende dus eigenlijk pas tot ontwikkeling en het bleek dat ik snel leerde en als het ware alles in mijn opslurpte, het was een gemis waar ik het bestaan niet van kende. Ook op het sociale vlak leerde ik anders met mensen omgaan, mijn moeder was psychisch niet in orde, dus ik had een verwrongen beeld van de sociale interactie tussen mensen. Met andere meisjes spelen was iets heel anders dan met jongens spelen en we deden leukere spelletjes; elastieken, touwtje springen, kaatsenballen, verstoppertje. Ik moet zeggen het tehuis heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan mijn algehele ontwikkeling, waar ik nog altijd blij om ben. Het had ook zo z'n voordelen want ik leerde me in allerlei kringen/milieus goed/adequaat te bewegen.
Thuis
Mijn kinderjaren waren vol met niets
leeg en voelend als heel triest
spelend in de zonneschijn
nog onbewust van innerlijke pijn,
liggend in het groene gras
niet wetende wie ik was
toch in een vlaag van weten
om nooit meer te vergeten
de leegte en het niets
ik kan niet anders voelen dan triest.
Reacties (6)