De orthomoleculaire voedingsleer gaat uit van tien belangrijke richtlijnen, waaraan voeding zou moeten voldoen om de gezondheid optimaal te ondersteunen. Hieronder een korte uitleg van deze richtlijnen.
Dit betekent dat ieder mens dagelijks voldoende koolhydraten en vetten moet eten om voldoende brandstof voor het lichaam te hebben. Nu is dat over het algemeen in onze (Westerse) wereld geen probleem. De meeste mensen zullen eerder teveel dan te weinig brandstof binnen krijgen. Echter, dan gaat het vooral om de geraffineerde koolhydraten (suikerrijk en/of overbewerkt) en de slechte vetten (verzadigd vet en transvet). Als je over een lange termijn meer brandstof oftewel calorieën inneemt dan je verbruikt, zal het lichaam die ongebruikte brandstof (koolhydraten en vetten) omzetten in reservevet, wat resulteert in overgewicht. Kies daarom zoveel mogelijk voor volkoren en vezelrijke producten verse, onbewerkte voedingsmiddelen die je zelf klaarmaakt.
Eiwitten zijn de bouwblokken van het lichaam, nodig voor de groei, maar ook voor het herstel van onze weefsels en het op peil houden van ons immuunsysteem. Ze zijn opgebouwd uit aminozuren. Van die aminozuren worden een achttal 'essentieel' genoemd; dat wil zeggen dat ons lichaam deze aminozuren niet zelf kan aanmaken en zij dus via onze voeding moeten worden verkregen.
Producten met alle essentiële aminozuren vinden we vooral in dierlijke bronnen, zoals bijvoorbeeld vlees, gevogelte, vis, melk en melkproducten. Plantaardige voedingsmiddelen bevatten steeds slechts enkele essentiële aminozuren en moeten daarom in specifieke onderlinge combinaties worden gegeten om toch die essentiële aminozuren allemaal binnen te krijgen. De uitzondering hierop is soja, dit voedingsmiddel bevat als enige plantaardige bron wel alle essentiële aminozuren.
Koolhydraten vormen het grootste deel van onze brandstof. Daarbij is het natuurlijk zaak om de goede koolhydraten te gebruiken, die de beste brandstof voor ons lichaam opleveren. Helaas is dat in de praktijk niet altijd simpel. Veel van onze dagelijkse producten uit de supermarkt bestaan overwegend uit geraffineerde koolhydraten en verborgen suikers. Kies daarom zoveel mogelijk voor biologische, volkoren, vezelrijke producten en verse, onbewerkte voedingsmiddelen, die je zelf klaarmaakt en waarin je dus zo nodig ook de hoeveelheid suiker kunt regelen.
Vetten hebben we nodig in onze voeding. Vetten dienen onder andere (na koolhydraten) als brandstof en (samen met eiwitten) als bouwstof. In onze dagelijkse voeding vinden we zowel verzadigde en onverzadigde vetten. De eerstgenoemde groep is nadrukkelijk aanwezig in onze voeding en gaat ten koste van onze gezondheid.
De tweede bevordert onze gezondheid juist. De inname van deze twee soorten vetten dient in een goede verhouding tot elkaar te staan. Kies daarom zoveel mogelijk voor producten met onverzadigde vetzuren. Voor bakken en braden thuis kan het beste roomboter (wel verzadigde vetten, maar een volledig natuurlijk product en dus te verkiezen boven margarines, halvarines e.d.) of plantaardige olie (olijf-, arachide-, zonnebloemolie) worden gebruikt.
Voor een goede gezondheid dienen de macronutriënten, eiwitten, koolhydraten en vetten, eigenlijk altijd in elke maaltijd aanwezig te zijn en bij voorkeur in een bepaalde onderlinge verhouding. In de orthomoleculaire voedingsleer wordt de volgende indeling aangehouden:
De hoeveelheid micronutriënten, oftewel vitaminen, mineralen en spoorelementen, schiet in onze voeding over het algemeen tekort. De voorkeur gaat in eerste instantie uit naar biologische geteeld vers voedsel, omdat daarin geen gebruik is gemaakt van kunstmest, chemische pesticiden en herbiciden, die ongewenste resten in de voedingsmiddelen kunnen achterlaten. Echter, ook hier zullen vitaminen en mineralen meestal in onvoldoende mate te vinden zijn.
De redenen hiervoor zijn:
Mede om deze redenen worden in de orthomoleculaire praktijk vaak extra voedingssupplementen aangeraden, ook bij een verder gezond voedingspatroon.
Wanneer bijvoorbeeld het evenwicht tussen de verschillende mineralen in de (landbouw-) grond verandert, hetzij door uitputting, hetzij door toevoeging van eenzijdige kunstmest (bestaat vooral uit stikstof), dan zullen de onderlinge verhoudingen van die mineralen in de voedingsmiddelen uiteindelijk ook wijzigen. Dit komt niet altijd ten goede van onze gezondheid.
Een voorbeeld: calcium en magnesium hebben de eigenschap op eenzelfde manier toegang tot het bloed te verkrijgen, zij zijn op dit gebied elkaars concurrenten. Waar een teveel van de een zit, kan de ander niet zijn en er zal een tekort aan ontstaan. Het is dan ook belangrijk dat de onderlinge verhouding van deze mineralen, de zogenaamde calcium/magnesium ratio, in evenwicht is, zodat we van beide broodnodige mineralen voldoende zullen binnenkrijgen. Door veranderingen/toevoegingen in de bodem of toevoegingen aan een product (bijvoorbeeld extra calcium) loopt dit mis. Een ander koppel mineralen, dat onderling op dezelfde wijze wedijvert, word gevormd door koper en zink.
De voeding dient vrij te blijven van lichaamsvreemde, anorganische toevoegingen. Anorganische toevoegingen zijn stoffen, die niet van levend materiaal (mens, dier, plant) afkomen, maar van chemische elementen. Te denken valt aan synthetische geur-, kleur- en smaakstoffen en andere chemische stoffen (met bijna niet uit te spreken namen), die dienen als stabilisator, conserveermiddel, smaakversterker e.d. Deze toevoegingen kunnen leiden tot overmatige reacties van ons immuunsysteem met bijvoorbeeld allergieën en/of een verzwakte afweer tot gevolg. Ook de lever, de belangrijke ontgifter van het lichaam, kan er door overbelast raken met alle nare gevolgen van dien. Een berucht voorbeeld in dit kader is de groep synthetische kleurstoffen in snoep en limonade, waar veel kinderen hyperactief en onhandelbaar van werden.
Ons lichaam reageert over het algemeen het beste op puur en onbewerkt voedsel, in feite zoals onze oerouders dat aten.
Koken/verhitten van voedsel heeft wel één belangrijk voordeel: het doodt schadelijke bacteriën.
Nadelen van (verregaande) verhitting/bewerking van voedsel zijn echter, dat hierdoor veel vitaminen verloren gaan en zelfs lichaamsvreemde, giftige stoffen kunnen ontstaan. Zo kunnen bij verhitting door zowel frituren als barbecueën kankerverwekkende verbindingen in het lichaam worden gevormd.
De verwerking van voedsel in het lichaam brengt bepaalde reacties teweeg. Dierlijke producten zijn daarbij over het algemeen zuurvormend en plantaardige basisch (niet zuur) te noemen. In gezonde voeding is de onderlinge verhouding hiertussen zodanig, dat er een bepaald basenoverschot hoort te zijn. In de praktijk betekent dit dagelijks flinke porties groente en fruit tegenover matige porties van dierlijke producten zoals vlees, melk, kaas e.d. Te veel zuurvormende (dierlijke) voeding zorgt voor verzuring van het bloed en de weefsels, waardoor de kans op bijvoorbeeld infecties (zoals jicht) sterk toeneemt. Hoewel er een overschot van moet zijn, is een teveel aan basen in de voeding (alkalose) ook weer niet goed. Hierdoor zouden uiteindelijk bepaalde vormen van kanker kunnen ontstaan.
Voeding is iets waar we elke dag mee te maken hebben, het is immers de brandstof voor ons lichaam. Om ons lichaam zo gezond mogelijk en de kwaliteit van ons leven zo hoog mogelijk te houden, kan (kennis van) gezonde voeding zeker het verschil uitmaken.
© 2014, foto's: Office.microsoft.com, Wikimedia Commons.
Voor meer artikelen van deze schrijfster, zie verder ook:
Linus-Pauling-en-orthomoleculaire-voedingsleer
Orthomoleculaire-voeding-de-juiste-eiwitten
Orthomoleculaire-voeding-de-juiste-vetten
Orthomoleculaire-voeding-de-juiste-koolhydraten
Problemen-met-de-spijsvertering-hoe-komt-dat?
Of lees verder op:
https://tallsay.com/oxalis of via
https://oxalisnatuurlijkewegen.wordpress.com/
Reacties (2)