In dit artikel uit de serie volièrevogels vertel ik je alles over de grasparkiet, zijn verzorging, voer, ziektes, de kweek, het gedrag en hoe een grasparkiet tam te maken.
Tags/labels: Vogelsalgemeen, Volierevogels, Grasparkiet, Parkieten, RobsBijzondereHuisdieren
De grasparkiet is een oorspronkelijk uit Australië afkomstige papegaaiachtige. In het wild, in Australië, leeft de vogel in grote zwermen. In Nederland wordt de grasparkiet in volières en in kooien gehouden. Hoewel Wikipedia beweert dat de grasparkiet ook in Nederland in het wild voorkomt, is dat beslist niet het geval. De vogel wordt verward met andere parkieten.
De wetenschappelijk naam van de grasparkiet is Melopsittacus undulates, een naam die de vogel in 1840 kreeg van de Engelse ornitholoog John Gould. De geslachtsnaam ‘Melopsittacus’ is afgeleid uit het Grieks en betekent ‘melodieuze papagaai’. De soortnaam ‘undulatus’ is Latijn en betekent ‘golvend’, een verwijzing naar de op golven lijkende patronen op het hoofd van de grasparkiet.
De grasparkiet kan het beste in een kleine groep in een volière worden gehouden. In een kooi moet er minimaal een stel zijn, anders gaan ze zich vervelen. Zet ze liefst niet alleen!
De kooi dient wekelijks te worden schoongemaakt en het water dagelijks ververst. Hang wat zeeschuim of sepia in de kooi zodat de volgens hun snavel kunnen gebruiken en voldoende kalk binnen krijgen. Zorg voor houten takken om op te zetten en ververs deze regelmatig. Bij gebruik van kunststof takken om op te zitten, slijten de nagels aan de pootjes niet en worden de nagels te groot. Kooivogels vinden het ook heerlijk om af en toe los te vliegen.
Let op: Grasparkieten kunnen met de juiste voeding en verzorging tussen de 15 en 20 jaar oud worden. Denk daarom altijd eerst na, voordat je een papegaaiachtige koopt.
De grasparkiet is van nature een eter van graszaden en in de winkel zijn prima zaadmengsels voor de grasparkieten te verkrijgen. Zorg voor af ten toe wat fruit en groen en de vogels zijn je super dankbaar voor verse wilgentakken om aan te knagen.
Niets is gemakkelijker. Zodra een mannelijk en een vrouwelijk exemplaar bij elkaar worden gezet kunnen er nakomelingen verwacht worden. Zorg voor een nestkast (15x15x25, invlieggat van 5 cm) met een uitgeholde bodem. Een vrouwtje legt met tussenpozen van een dag een ei en na het leggen van het tweede eitje begint het vrouwtje te broeden. Het mannetje voert haar tijdens die periode. Na ongeveer drie weken komen de eitjes uit.
Nadat de eitjes zijn uitgekomen, worden de lege eierschalen meestal het nest uitgeworpen.
De jonge grasparkieten zijn na vier weken groot genoeg om uit te vliegen. De oudervogels voeren ze daarna nog een aantal weken. Verwijderen de jonge vogels daarna om te voorkomen dat er inteelt ontstaat.
Een volwassen grasparkiet tam is maken is niet gemakkelijk. De dieren kunnen redelijk gewend aan de mens raken maar om een parkiet volledig handtam te maken, moeten ze op jonge leeftijd uit het nest worden gehaald en met de hand worden gevoerd.
Hoewel een tamme vogel heel aantrekkelijk is kunnen ze heel onnatuurlijk gedrag gaan vertonen. Zo kunnen ze ´verliefd´ op hun verzorger worden, jaloers zijn op andere huisgenoten en deze agressief benaderen. Sommige papegaaiachtige hebben een voorkeur voor een bepaald geslacht van mensen die ze verzorgen.
De grasparkiet is een uiterst sterke vogel, maar kan natuurlijk altijd ziek worden. Let altijd op of de vogel er gezond uitziet, of de ogen er niet dof uitzien en of de ontlasting niet te dun is. Er zijn gespecialiseerde dierenartsen waar je met je vogels heen kunt gaan als ze ziek worden.
Koop bij een erkende kweker en controleer goed of de vogels gezond zijn (zie ook: ziektes van de grasparkiet). Vogels die zich makkelijk laten vangen zijn niet fit. Zoek dan een andere vogel uit. Tot zover dit artikel over de grasparkiet, een heerlijke vogel om voor te zorgen. Mocht ook jij er een hebben of gaan aanschaffen, bedenk dan dat je de verantwoording voor een levend wezen op je neemt en dieren recht hebben op aandacht en verzorging.
Reacties (0)