In deze serie artikelen over Nederlandse park- en tuinvogels, lees je alles over de halsbandparkiet, Psittacula krameri manillensis.
Tags/labels: Vogelsalgemeen, TuinVogels, Parkvogels, Psittacula, Volierevogels
Natuurlijk hebben we een tuin voor de mooie planten, voor de barbecue, om te spelen, om te eten, maar ook om te genieten van de natuur. Tuinvogels zijn een genot om te zien, om hun gedrag te observeren en ze geluiden te horen maken.Ook in parken kunnen we prachtige vogels zien.
De halsbandparkiet is een parkiet die oorspronkelijke in Azië en Afrika voorkomt. Er zijn een aantal soorten. De soort die we in Nederland zien is de Indiaanse vorm. De wetenschappelijke naam is Psittacula krameri manillensis.
Het is grote, slanke vogel met een lengte tot 42 centimeter, inclusief de staart, voor de mannelijke exemplaren. De vrouwelijk exemplaren zijn doorgaans zo’n 30 tot 32 centimeter lang. De grondkleur is helder groen, waarbij de onderzijde een lichter groen is dan de bovenkant. De snavel is rood van de bovenkant en grijs van onderen. Om het oog is een kleine gelige kring aanwezig. De donkere ringband, waaraan ze hun naam danken, is alleen aanwezig bij mannelijke halsbandparkieten van twee jaar en ouder. De staart van de man heeft bovendien blauwen en gele tinten.
De halsbandparkiet is waarschijnlijk al meer dan duizend jaar in trek als kooivogel. Het is rustige vogel die zich hecht aan zijn verzorger en ook een paar woordjes leert zeggen. Uit ontsnapte of bewust losgelaten exemplaren zijn grote populaties ontstaan in talloze Europese steden. In Nederland is den Haag, met een populatie van meer dan 5500 exemplaren, parkietenstad nummer één.
Halsbandparkieten zijn te verkrijgen in allerlei prachtige kleurstellingen, licht- en donkerblauw, geel en albino, groen met geel, blauw met wit, grijs/blauw en natuurlijk de wildkleur Het zijn sterke probleemloze vogels die van een grote volière houden.
In de zomer vormen de vogels paren die gemeenschappelijk een of twee nesten met jongen grootbrengen. In de wintermaanden verzamelen de vogels zich overdag in kleine groepjes welke samen op zoek gaan naar voedsel. In de avonduren gaan ze in groepen van soms duizenden exemplaren samen slapen. De vogels houden zich het liefst in bomen en struiken op, waarbij ze de tuinen zeker niet mijden.
Tijdens het vliegen schreeuwen de vogels luidruchtig naar elkaar. Als een vogel wegvliegt, roept hij luid zodat de andere vogels volgen. Het zijn, zoals veel parkieten en papegaaiachtigen, gezelschapsdieren die je niet vaak alleen aantreft. Ze kennen weinig angst voor mensen en blijven gewoon dooreten als je op een afstand van één meter blijft. Als het eten op is, schreeuwen ze je toe. Dat is hun manier om te zeggen: ik heb trek in iets lekkers.
De halsbandparkiet is een echte opportunist voor wat betreft het eten. Ze eten zaden, granen, fruit, bessen, bloemknoppen en bloesem van bomen en struiken. Halsbandparkieten zullen nooit op de grond eten, altijd in bomen en struiken. In tuinen eten ze graag zaden, graan, zonnebloempitten en pinda’s.
De vogels vormen paren in ze zomer. Soms blijven deze koppels jarenlang bij elkaar. Ze broeden in holen, hoog in bomen. Ze zoeken bij voorkeur bestaande holtes in zacht hout, die ze vervolgens verder uitknagen, totdat ze op maat zijn. De vogels zoeken meestal plekken op waar meerdere volgens in elkaars nabijheid kunnen broeden. Daar hebben ze elkaar als er indringers of vijanden zijn. In het Haagse bos heb ik wel eens een vijftal parkieten een rode eekhoorn zien wegjagen. Een legsel bestaat meestal uit 4 tot 6 eieren en worden in 22 tot 24 dagen uitgebroed door het vrouwtjes (de pop), waarbij ze gevoerd wordt door het mannetje. De jongen blijven nog 6 weken in het nest waarna ze uitvliegen. Daarna worden ze nog enkele weken gevoerd.
Uit de serie over park- en tuinvogels:
Blauwe reiger, Bonte specht, Ekster, Fuut, Halsbandparkiet, Huismus, Kauw, Meerkoet, Merel, Mezen, Nijlgans, Roodborstje, Spreeuw, Turkse tortel, Vlaamse Gaai, Witte Ooievaar en de Zwarte Zwaan.
Reacties (1)