Hij keek naar me, met die hongerige ogen. Die donkere ogen die al even donkere tijden meemaakten. Hij was een standbeeld, uitgehouwen door jarenlange wind tot in de perfectie. Hij was als een oase in het vuurhete zand. Mijn mond viel een beetje open, zonder dat ik het echt doorhad en mijn blik stond op hem vastgeroest. Ik slikte...